De invoering dit jaar van het minimumloon in Duitsland leidt tot hogere administratieve lasten voor Nederlandse werkgevers die in Duitsland werk uitvoeren. Dit stelt CDA-kamerlid Pieter Omtzigt in kamervragen aan staatssecretaris Wiebes van Financiën en wordt bevestigd door de antwoorden van de staatssecretaris. Daarbij gaat het met name om de zgn. eerstedagmelding, waarbij werknemers de dag ervoor, via fax, moeten worden aangemeld bij de Duitse autoriteiten.
De invoering van het minimumloon in Duitsland gaat gepaard met flinke administratieve lasten en procedures. Zo blijkt ook uit de beantwoording van de kamervragen. Werkgevers moeten aantonen dat zij de mensen die zij in dienst hebben ook daadwerkelijk minimaal het Duitse minimumloon (€ 8.50 per uur) uitbetalen. Gegevens over werknemers – namen en geboortedata – moeten in het Duits gemeld worden aan de Duitse douane. Dit moet nog per fax. Op het niet naleven van de administratieve regels staat een maximale boete van € 30.000 , op het niet uitbetalen van het minimumloon staat een boete van maximaal € 500.000.
Kamerlid Omtzigt stelt dat de Duitse controles op Nederlandse ondernemingen eigenlijk overbodig zijn. Zijn vraag: ‘Klopt het dat er in Nederland gewoon gecontroleerd wordt op het minimumloon, dat hier ook iets hoger ligt dan het minimumloon in Duitsland en dat de Duitse controles dus feitelijk overbodig zijn?’ Wordt door de staatsecretaris als volgt beantwoord. ‘In Nederland controleert de Inspectie SZW op naleving van de WML. Het in de Nederlandse Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) vastgestelde minimumloon ligt inderdaad iets hoger dan het Duitse minimumloon. Of dat dan ook betekent dat de controle van Nederlandse bedrijven in Duitsland minder prioriteit zal krijgen, is aan de Duitse autoriteiten.’
Geef een reactie