6000 moesten het er dit jaar worden. Het zijn er nu al 10.000. Dat blijkt uit een eerste tussenmeting van het ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid. Naar aanleiding van de banenafspraak tussen werkgevers en kabinet blijkt dat werkgevers al meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag hebben geholpen dan was geraamd. Dit meldt staatssecretaris Jette Kleinsma aan de Tweede Kamer.
Op basis van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is vastgelegd dat er aan het eind van 2015 in de marktsector 6.000 extra banen voor deze doelgroep moeten zijn bijgekomen ten opzichte van de nulmeting per 1 januari 2013. Uit de eerste cijfers blijkt dat er tot eind vorig jaar al 9.224 extra banen zijn bijgekomen in de marktsector en 1.508 bij de sector overheid.
Werkgevers in de marktsector lopen daarmee ruim voor op schema. Werkgevers bij de overheid moeten aan het eind van dit jaar 3.000 extra banen gerealiseerd hebben. Zij waren bij de tussenmeting van eind vorig jaar dus halverwege het gestelde doel dat eind 2015 moet zijn bereikt. Dit meldt staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Wat in de eerste meting verder opvalt is dat ongeveer tweederde van alle extra banen via zogenoemde ‘inleenverbanden’ tot stand zijn gekomen. Het gaat dan met name om mensen die vanuit een sociaal werkbedrijf worden gedetacheerd voor werkzaamheden bij een regulier bedrijf. Deze extra detacheringen zijn voor een groot deel ingevuld door mensen die op de wachtlijst stonden voor een plek bij een sw-bedrijf. Op basis van de tussenmeting lijkt het erop dat gemeenten en sociale partners mensen met een plek op de wachtlijst en Wajongers inderdaad, zoals afgesproken, met voorrang op de extra banen hebben geplaatst.
Geef een reactie