Zeven van de tien familiebedrijven overleeft een overdracht aan de volgende generatie niet. Het rendement daalt na elke generatiewisseling.
Dit blijkt uit onderzoek van het Erasmus Centre For Family Business (ECFB) dat in samenwerking met BDO en Rabobank een grootschalig internationaal onderzoek heeft gedaan naar de prestaties van familiebedrijven na overdracht aan de volgende generatie.
Slechts 30% van de familiebedrijven overleeft de eerste generatiewisseling. Na een derde generatiewisseling overleeft nog maar drie procent van de bedrijven.
Het slechte rendement komt onder andere, omdat de overdracht vaak zonder vertrouwen plaats vindt. De vertrekkende generatie bouwt beschermingsconstructies in om de macht te behouden en koopt externe grootaandeelhouders uit. Een andere reden is dat de opvolgende generatie kiest voor rentmeesterschap in plaats van ondernemerschap. Zij gaan voor de relatieve zekerheid van rendement ten koste van risicodragende investeringen in innovatie en concurrentiekracht.
Om een bedrijfsoverdracht aan een andere generatioe wel te laten lukken, moet zowel de vertrekkende als de opvolgende generatie volgens de onderzoekers voorsorteren op een soepele overdracht. Daarnaast is het belangrijk dat het bedrijf blijft ondernemen. Dit kan door het beschermen van investeringen in R&D, het beperken van dividendverplichtingen, het blijven nemen van risico’s en de blik naar buiten gericht houden.
Geef een reactie