Het Register Belastingadviseurs (RB) kan zich maar ten dele vinden in de voorgestelde wijzigingen van de Wwft. De voorstellen passen in het kader van de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn in Nederlandse regels.Daarbij waarschuwt de RB voor overregulering. Met name de identificatieverplichtingen zijn volgens de RB te veel en te ingewikkeld, bovendien is er sprake van verschillen in bewaartermijnen zoals ze gaan geld voor de Wwft en de Belastingdienst, (5 respectievelijk 7 jaar).
De RB reageert hiermee op de internetconsultatie over het aanpassen van Nederlandse wetgeving in het kader van fraudebestrijding en het bestrijden van witwassen. Deze consultatie loopt van 5 juli tot en met 16 augustus a.s. De richtlijn bestendigt de twee kernverplichtingen van de Wwft, te weten de verplichting om cliëntenonderzoek te verrichten en de verplichting om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financiële inlichtingen eenheid. Daarbij wordt meer dan voorheen uitgegaan van een risico gebaseerde benadering. Het toepassingsbereik van de richtlijn is voorts uitgebreid naar nieuwe categorieën instellingen, te weten de aanbieders van kansspeldiensten en personen die beroeps- of bedrijfsmatig in goederen handelen in het geval daarbij contante betalingen worden gedaan of ontvangen van €10.000,- of meer.
Identificatie
Vennix: ‘Het aantal voorstellen voor verplichtingen op het gebied van de identificatie is zo groot dat het identificeren en verifiëren inmiddels een doel op zich lijken. Voorts lijken diverse verplichtingen te zijn geschreven met het oog op grotere organisaties waardoor deze minder geschikt zijn voor kleinere.’
Administratieve lasten/kosten
Vennix: ‘Het wetsvoorstel kan leiden tot een flinke toename van de administratieve lasten voor belastingadviseurs. Denk aan kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen, het (mogelijk periodiek) moeten aanvragen van een VOG en het moeten verrichten van een uitgebreider onderzoek. Ook het moeten verifiëren van de identiteit van uiteindelijk belanghebbenden verzwaart de administratieve lasten. Opvallend is dat instellingen een onafhankelijke en effectieve compliance-functie moeten hebben. Ook dit levert een kostenpost op.’
Verklaring omtrent gedrag (VOG)
Het RB plaatst ook kanttekeningen bij de invoering van een ‘generieke’ verplichting om op verzoek van de toezichthouder een VOG te verstrekken. De richtlijn schrijft een VOG niet voor. Ook is niet duidelijk in hoeverre het noodzakelijk is om een VOG te introduceren voor belastingadviseurs.
Meer aandachtspunten
In de reactie van het RB wordt verder onder andere ingegaan op de mogelijkheid die de Financiële inlichtingen eenheid heeft om waarschuwingen, verklaringen en bestuurlijke sancties openbaar te maken. Verder wordt aandacht gevraagd voor de verhouding tussen de maximale bewaartermijn uit de Wwft (5 jaar) en de fiscale bewaartermijn (ten minste 7 jaar).
Internetconsultatie Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Geef een reactie