Met actuele, eenduidige informatie zitten ondernemers veel dichter op de bal, zodat zij betere beslissingen kunnen nemen. Vanzelfsprekend hebben intermediairs datzelfde voordeel. Tegelijkertijd kan de bank ondernemingen die door het gebruik van SBR per definitie foutloos en betrouwbaar hun cijfers overhandigen een fijnmazig aansluitend krediet bieden. Daar zijn niet alleen de banken bij gebaat; uiteindelijk hebben de ondernemer zelf en diens directe omgeving hier ook profijt van. Zo stellen Bas Groenveld en Paul Staal van het Financiële Rapportages Coöperatief (FRC).
Met SBR Banken kunnen niet alleen kredietaanvragen sneller en nauwkeuriger worden beoordeeld, ook internationaal zakendoen wordt op termijn voor veel ondernemers eenvoudiger. Puur omdat zij sneller op één lijn kunnen komen met zakenpartners over de grens. Daarbij komt dat in Nederland nu een bepaalde foutmarge geaccepteerd wordt als gevolg van de wijze waarop intermediairs tot nog toe kredietaanvragen indienden. Handmatige verwerking is nu eenmaal foutgevoeliger dan een gestandaardiseerde, uniforme werkwijze zoals SBR Banken. Minder fouten betekent op termijn ook lagere kosten.
Meer compliant werken
Intermediairs op hun beurt raken af van de veelheid aan bestandsformaten waarin hun klanten nu de onderbouwing voor kredietverstrekking aanleveren: variërend van Word-bestanden tot Excel-slides, van pdf’jes tot nog creatievere vormen. Een bijkomend voordeel van SBR Banken is dat een intermediair weet wanneer hij die standaard gebruikt, hij meer compliant werkt vanwege de checks & balances in deze standaard; niet onbelangrijk in een juridiserende maatschappij. Tot slot creëren al deze ontwikkelingen voor de intermediair ruimte om meer tijd te besteden aan advisering. En dat is belangrijk in een complexe wereld die veel kennis van ondernemers veronderstelt.
Kwaliteit van een SBR-kredietrapportage
‘De kwaliteit van een SBR-kredietrapportage wordt niet alleen bepaald door de kwaliteit van de data die erin gestopt worden, maar evenzeer door een correcte procesgang en de validatieslagen die daarbij plaatsvinden’, aldus Bas Groenveld, manager processen & techniek bij het Financiele Rapportages Cooperatief (FRC)*. ‘Zo werken we met een whitelistproces; je komt niet zomaar met een kredietrapportage bij de banken (ABN AMRO, ING en Rabobank) binnen. De software moet er geschikt voor zijn en je moet in het bezit zijn van een PKI-certificaat, zodat de banken precies weten met welke intermediair ze te maken hebben. Zijn die zaken in orde, dan kom je op de whitelist. Na het aanleveren van twee testrapportages mag je vervolgens aan de slag met “het echte werk”.’
Validaties en toelichtingen
‘Tijdens het kredietrapportageproces vinden ook enkele validaties plaats’, vult Paul Staal aan. Paul Staal is de taxonomie-expert bij het FRC. ‘Bijvoorbeeld: er liggen bepaalde formula ten grondslag aan sommige deelaspecten (als je a + b + c bij elkaar optelt, hoor je uitkomst d te krijgen). We controleren dus of die optelling goed gaat. In dat SBR-aanleverproces verlangen we dat er een aantal velden verplicht worden ingevuld. Doet de intermediair dat niet, dan kan de SBR-kredietrapportage niet in behandeling worden genomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om velden waarin het totaal van de activa ingevuld moet worden of het KvK-nummer van de betreffende onderneming.’
Een kwalitatief goede kredietrapportage bevat meer informatie dan alleen deze ingevulde velden met een validatie. Juist de toelichtingen bij de cijfers zijn ook van groot belang voor de kredietanalist van de bank. De intermediair of ondernemer die te weinig informatie aanlevert bij de bank, vergroot op die manier zijn kans op een slechtere rating en op default (de klant kan niet meer aan zijn betalingsverplichtingen voldoen).
Bankentaxonomie
Paul vervolgt: ‘We beseffen dat niet alle informatie die we van een intermediair vragen met één druk op de knop beschikbaar is. We hebben daarom een aantal voorheen verplichte velden nu een minder verplichtend karakter gegeven. Dat is voor het eerst zo in de nieuwe Bankentaxonomie, BT11 die op 9 december 2016 is gepubliceerd. In jargon: we zetten nu een “warning” op sommige velden. Daarmee geven we aan dat we de informatie die in die velden wordt gevraagd, wel graag willen hebben. Worden ze niet ingevuld, dan neemt de kans toe dat krediet niet wordt toegekend. Ten opzichte van de voorgaande periode zijn de banken iets soepeler geworden om de aanleverstroom te stimuleren. Concreet voorbeeld daarvan: niet meer alle leasecontracten hoeven afzonderlijk ingevuld te worden, maar tot € 50.000 mag volstaan worden met een subtotaal. Dat heeft echter wel een risico. De intermediair wordt er maatschappelijk verantwoordelijk voor gehouden dat de juiste cijfers aangeleverd zijn, waarmee niet gefraudeerd is. Een subtotaal is moeilijker te controleren dan individuele contracten. Ook hier geldt: de banken zouden deze leasecontracten wel graag willen zien.’
Inbedding in werkprogramma
‘We willen naar een situatie waarin je erop mag vertrouwen dat het proces kwaliteit levert’, schetst Paul het toekomstplaatje. ‘Dat proces moet ingebed zijn in een werkprogramma. Verschillende partijen in de markt beschikken al over zo’n werkprogramma. Idealiter dwingt software standaard werkprocessen af, waardoor je het vertrouwen mag hebben dat er kwalitatief goede kredietrapportages worden opgeleverd. Stap 1 is een werkprogramma, stap 2 een goed verklaringenstelsel en stap 3 de inbedding van dit stelsel in de software. Voor alle intermediairs. Dát is de toekomstvisie. Daarnaast zal er ooit ook iets moeten komen als data level assurance, waardoor je per element van de taxonomie kunt aangeven wat je ervoor hebt gedaan.’
Zowel Bas als Paul van het FRC zijn ervan overtuigd dat de BV Nederland een forse stap voorwaarts zet met de normstelling van SBR Banken. ‘Een efficiënt data-uitwisselingsproces ondersteunt de groei van Nederlandse ondernemingen op meerdere vlakken. Wij kunnen daardoor iets aan onze economie toevoegen, maar dan moeten we nu wel doorpakken.’
Bas Groenveld is manager processen & techniek bij het Financiële Rapportages Coöperatief (FRC). Paul Staal is de taxonomie-expert bij het Financiële Rapportages Coöperatief (FRC).
*Het Financiële Rapportages Coöperatief is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het beheer van een technische infrastructuur, waarmee financiële verantwoordingsinformatie van ondernemers en ondernemingen (ofwel de kredietrapportages) op een elektronische en gestandaardiseerde wijze wordt verstuurd naar ABN AMRO, ING en Rabobank. Het FRC definieert en beheert daarnaast de gezamenlijke verzameling van gegevens (ofwel de bankentaxonomie) die SBR mogelijk maakt.
Accountancy Vanmorgen organiseert tijdens de ‘Week van de Financiën’ een voorprogramma speciaal voor accountants. Bekijk hier het programma.
Geef een reactie