Een RA die in opdracht van een onderneemster en een aandeelhouder in juli 2016 een bindend oordeel gaf over de hoogte van de verschillende rekeningcourantverhoudingen in de gesloten koopovereenkomst, werd door de onderneemster aangeklaagd, omdat hij zijn werk als onafhankelijk valuator niet goed zou hebben gedaan. De accountantskamer was het er echter niet mee eens en verklaarde de klacht ongegrond.
Volgens de onderneemster zou de RA niet onafhankelijk, oftewel partijdig te werk zijn gegaan en niet de door hem aangeleverde cijfers hebben gebruikt. Daarmee zou de RA tot een onjuiste beoordeling zijn gekomen. Bovendien was de uitvoering van de opdracht volgens de onderneemster te traag zijn verlopen.
De accountantskamer stelt voorop dat het in een dergelijke tuchtprocedure in beginsel aan klaagster is om in geval van betwisting aannemelijk te maken dat de betrokken accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De accountantskamer is echter van oordeel dat de onderneemster haar klacht slechts summier heeft onderbouwd en dat daaruit niet blijkt dat de RA partijdig heeft gehandeld. Ook is niet bewezen geacht dat een en ander te traag is verlopen. De klacht wordt dan ook ongegrond verklaard.
Geef een reactie