Tientallen melkveehouders hoeven voorlopig geen koeien te verkopen of te slachten, om daarmee afspraken na te komen over het terugdringen van het mestoverschot.
De rechter in Den Haag heeft dat woensdag in een drietal zaken beslist, nadat de boeren in het verweer waren gekomen tegen de inkrimping van hun veestapel. In mei werden een aantal boeren door de rechter vrijgesteld van de regeling, omdat zij net forse investeringen hadden gedaan.
Vergelijkbaar
De zaken waarover woensdag een oordeel werd geveld waren volgens de rechter vergelijkbaar met die van een paar maanden geleden. Honderden boeren waren toen naar de rechter gestapt om te voorkomen dat ze hun melkkoeien naar het abattoir moesten brengen. De rechtbabk in Den Haag oordeelde toen dat ruim vijftig melkveehouders geen afstand hoefden te doen van hun koeien om de hoeveelheid koeienmest terug te dringen.
Fosfaatreductieplan
Het terugbrengen van het aantal koeien is onderdeel van het zogeheten fosfaatreductieplan. Nederlandse boeren produceren veel meer mest dan volgens Europese regels is toegestaan. Concreet moeten boeren hun (vrouwelijke) veestapel terugbrengen tot het niveau van begin juli 2015, kort nadat de melkquota in Nederland werden afgeschaft en het aantal koeien explosief steeg. In praktijk betekent dat dat er in totaal 160.000 koeien naar de slacht moeten. Als de melkveehouders daar niet in slagen, moeten zij een heffing betalen.
Hoger beroep
In totaal vijf periodes van twee maanden moeten melkveehouders hun veestapel terugbrengen naar het niveau op 2 juli 2015 of 2 juli 2015 minus 4% voor niet-grondgebonden bedrijven. Het fosfaatreductieplan ging per 1 maart in, maar lijkt met de nieuwe rechterlijke uitspraak opnieuw te wankelen. Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) is wel in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van begin mei. Die zaak komt op 18 september voor de rechter.
Geef een reactie