Het Register Belastingadviseurs (RB) is positief over de voorgestelde regels voor de vereenvoudigde teruggaaf van BTW bij oninbare vorderingen. Maar plaatst wel een belangrijke kanttekening. Waar het nu nog gaat over vorderingen waarover ‘redelijkerwijs’ kan worden gesteld dat ze niet betaald gaan worden, telt straks ‘komen vast te staan.’ Een dergelijke zwaardere bewijslast past volgens de RB niet bij het vereenvoudigen van regels.RB-voorzitter Wil Vennix: ‘Wij onderschrijven uiteraard de wens om te komen tot een vereenvoudiging van de betreffende regelingen en een vermindering van de administratieve lasten voor het MKB. De voorstellen kunnen nog wel wat worden verbeterd.’
Zwaardere bewijslast ongewenst
Vennix: ‘In de huidige regeling gaat het erom dat redelijkerwijs komt vast te staan dat voldoening van de schuld door de schuldenaar achterwege blijft. Straks moet dat echter ‘komen vast te staan’. Een enger criterium dus met een zwaardere bewijslast voor de praktijk tot gevolg. Dat past niet bij de beoogde vereenvoudiging van de regels.’
Overgangsrecht kan ook eerder ingaan
Ook de voorgestelde regeling voor het overgangsrecht kan beter. Zo’n regeling zou veel eerder kunnen ingaan. Vennix: ‘Waarom wordt de termijn van één jaar geacht te zijn aangevangen met ingang van de inwerkingtreding van deze bepaling? Wij zien geen bezwaren om direct met de nieuwe fictie rekening te houden, dus ook voor vorderingen die al vóór de inwerkingtreding van de nieuwe artikelen opeisbaar waren. Neem dan een nadere regeling voor bestaande en niet-betaalde vorderingen die korter dan twee jaren maar langer dan één jaar geacht worden te voldoen aan het gestelde in de nieuwe regeling.’
Lees hier de RB Commentaar internetconsultatie vereenvoudiging belastingteruggaaf btw (d….
Geef een reactie