Partners die uit elkaar gaan, hebben in principe beide recht op de helft van het pensioen dat tijdens hun huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd. Of ze kunnen iets anders afspreken. Een groot deel van hen blijkt echter de gevolgen van die scheiding voor het pensioen helemaal niet te bespreken. Dat blijkt uit de jaarlijkse Pensioenmonitor van Wijzer in geldzaken.
Binnen twee jaar na de scheiding moet het pensioenfonds een formulier ontvangen over de verdeling van het pensioen. Ruim de helft vult een dergelijk formulier in. Van de andere helft, heeft echter 31% geen afspraken gemaakt over de verdeling van het pensioen.
Resultaten
Een op de vijf gescheiden mensen vindt de verdeling van het pensioen slecht, maar 63% vindt dat het goed is geregeld. Volgens drie op de tien gescheiden respondenten is het pensioen uiteindelijk gelijk verdeeld. Waarschijnlijk ligt dit percentage in werkelijkheid echter een stuk lager. Niet alle respondenten weten namelijk dat beide partners recht hebben op de helft van het opgebouwde pensioen.
Uit het onderzoek blijkt verder dat de helft van alle respondenten (ook niet-gescheiden mensen) zich er wel van bewust is dat grote gebeurtenissen invloed kunnen hebben op hun pensioenopbouw. Toch betekent dat niet dat men er altijd rekening mee houdt. Meer dan de helft van gescheiden mensen (55%), heeft geen rekening gehouden met de impact van de scheiding op hun financiën na pensionering. Hetzelfde geldt voor mensen die te maken kregen met arbeidsongeschiktheid (59%) en voor mensen die zelf hun baan kwijtraakten of waarvan de partner werkloos is geraakt (49%).
Geef een reactie