De Accountantskamer heeft een RA een waarschuwing gegeven omdat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar vermeende onbevoegdheid van de bestuurders van een toeslagfonds.
De RA is voor de Accountantskamer gedaagd door twee deelnemers van een pensioenfonds, waaraan een toeslagfonds is gelieerd. Dat toeslagfonds ziet toe op de indexering van de pensioenaanspraken van de medewerkers. Een van de klagers heeft rechtszaken aangespannen tegen het fonds, dat naar zijn mening een te lage indexering heeft toegepast. Bovendien zou de samenstelling van het bestuur al sinds 1996 niet voldoen aan de eisen die de statuten van het fonds daaraan stellen, zodat alle bestuursbesluiten ongeldig zijn. Er zijn geen deelnemers van het toeslagfonds door de werknemersorganisaties en CAO-partijen genoemd respectievelijk herbenoemd als bestuurder, aldus de deelnemer.
De rechtbank in Amsterdam wijst de eis in 2013 in zoverre toe, dat over 2009 en 2012 alsnog de maximale indexatie door het fonds moet worden toegepast. Over de bevoegdheid van het bestuur laat de rechtbank zich niet uit.
Melding in jaarverslag
In 2013 meldt het bestuur de procedure in het jaarverslag. Die zou een voorgenomen vermogensoverdracht aan Nationale-Nederlanden tegenhouden. “Het bestuur betreurt deze gang van zaken zeer, maar het feit dat één uitkeringsgerechtigde zich niet kan en wil verenigen met de besluiten van het bestuur in de afgelopen 26 jaar vindt zijn uitwerking in lange juridische procedures, die genoemd besluit in de weg staan.”
Wel of niet vermelden?
Voor de Accountantskamer stelt de klager dat de RA de beroepsregels heeft geschonden door in de controleverklaring bij de jaarrekening 2012 niet te vermelden dat het bestuur uit onbevoegde bestuursleden heeft bestaan en welke risico’s dat met zich meebrengt. Bovendien is er sprake van materiële misleidende onjuistheden, vindt de deelnemer. De RA stelt dat de civiele rechter moet oordelen over de bevoegdheid van het bestuur en dat inmiddels al is vastgesteld dat er van onbevoegdheid geen sprake is. De procedure hoefde dan ook niet te worden vermeld in de controleverklaring.
Onderkennen van rechtszaken
De Accountantskamer ziet dat anders en verwijst naar paragraaf 9 van Standaard 501 van de NV COS (Controle-informatie-Specifieke overwegingen voor geselecteerde items). Daarin staat dat de accountant controlewerkzaamheden dient op te zetten en uit te voeren gericht op het onderkennen van rechtszaken en claims waarbij de entiteit betrokken is en die mogelijk een risico van een afwijking van materieel belang doen ontstaan. “Onbevoegdheid van het bestuur van een entiteit vormt onmiskenbaar een zodanig risico. Reeds het enkele feit dat in verschillende, nog lopende procedures de stelling werd ingenomen dat het bestuur van het Toeslagfonds niet bevoegd was, had voor betrokkene aanleiding moeten zijn om stil te staan bij de bevoegdheid van dit bestuur en zich een oordeel daarover te vormen.” De RA geeft aan dat hij daarover met het bestuur heeft gesproken en stukken heeft ingezien. “Er blijkt echter niet van enige vastlegging van deze gesprekken en de gestelde inzage, hoewel betrokkene wel tot die vastlegging gehouden was.”
Omdat voor de beoordeling juridische kennis vereist was, had de RA een juridisch deskundige om zijn mening moeten vragen, aldus de Accountantskamer. Die wijst de klacht dat er sprake is van materiële misleidende onjuistheden af, maar legt de RA wel een waarschuwing op omdat de bevoegdheid van het bestuur onvoldoende onderzocht is.
Geef een reactie