De komende vier jaar verbetert naar verwachting de financiële positie van grote gemeenten, omdat ze hun grondposities en schuldenlast afbouwen. Daarnaast verbetert hun solvabiliteitspositie. Die conclusie trekt PwC uit de analyse van vijf financiële indicatoren van zevenentwintig Nederlandse 100.000plus gemeenten op basis van hun meerjarenbegroting.
Met ingang van 2016 zijn gemeenten in Nederland verplicht vijf financiële beleidsindicatoren op te nemen in de begroting en het jaarverslag. De verplichting komt voor uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Hoewel de financiële positie van 100.000plus gemeenten door hun historie niet direct vergelijkbaar is, toont het meerjarenperspectief volgens PwC wel een belangrijke gezamenlijke ontwikkeling: ‘De komende jaren nemen grondposities af waardoor ook de leningenportefeuille van veel gemeenten wordt afgebouwd. Enerzijds komt dat door de aantrekkende markt voor bestaande nieuwbouwprojecten. Anderzijds zien we ook terughoudendheid met de start van nieuwe projecten.’
1: grondexploitatie
De grondposities bij grote gemeenten worden snel afgebouwd (van 18% van het balanstotaal in 2017 naar 13% in 2020). In 2017 is er één gemeente (Westland) met een grondexploitatie van rond de 90% van het balanstotaal en drie van rond de 50% (Groningen, Nijmegen, Ede). Bij drie gemeenten stijgt dit kengetal marginaal met 1% in de periode 2017-2020. Daar staat tegenover dat in Amersfoort, Ede, Alphen aan den Rijn en Westland dit kengetal tot 2020 met meer dan 10% afneemt.
2: netto schuldquote
Naar verwachting neemt de gemiddelde netto schuldquote van grote gemeenten af van 92% in 2017 naar 89% in 2020. Er is sprake van een forse spreiding: de gemeente met de minste schulden is Tilburg (netto schuldquote: 11%) en die met de meeste Westland (165%). In 2017 hebben twaalf van de zevenentwintig gemeenten een netto-schuldquote van meer dan 100%, in 2020 zijn dat er nog zeven. Opvallend is dat bij vijf gemeenten die in 2017 een schuldquote van meer dan 100% hebben, deze de komende vier jaar toeneemt met percentages tussen de 5% (Zaanstad) en 36% (Leiden).
3: solvabiliteitsratio
De gemiddelde solvabiliteit van grote gemeenten stijgt tussen 2017 en 2020 van 25 naar 29%. De gemeente Emmen heeft met 6% de laagste solvabiliteit, Tilburg met 75% de hoogste. Ook de ontwikkeling van de ratio varieert: de solvabiliteit van Den Haag en Leiden zakt met 7%, terwijl Eindhoven en Zoetermeer met 8% de grootste stijging noteren.
4: structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte blijft de komende vier jaar rond de 1%. Opvallend is dat de ruimte in 2017 varieert van min 4 (Haarlemmermeer) tot plus 9% (Breda), maar dat in 2020 alle gemeenten een positieve structurele exploitatieruimte presenteren.
5: belastingcapaciteit
De gemiddelde belastingcapaciteit stabiliseert op 97% in de periode 2017-2020. Per gemeente zijn er grote verschillen. Den Haag legt in 2017 met 75% de minste belastingen op, Delft met 116% de meeste. Tussen 2017 en 2020 blijft bij de meeste gemeenten de belastingcapaciteit gelijk. In twee gemeenten neemt de belastingcapaciteit met minimaal 4% toe (Tilburg, Zwolle).
Gelezen op de website van de Gemeente Nijmegen
“De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.
A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV)
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV)
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV)
D Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f)
E Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV)
F Liquide middelen (cf art. 40 BBV)
G Overlopende activa (cf. art. 40a BBV)
H Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves))
De netto schuldquote = (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
Gemeente Westland is volgens deze formule volledig feitelijk bankroet .
Ik mis zowel de toelichting op het begrip als dit soort mededelingen in het rapport van PWC.