Iedereen die arbeid verricht op basis van een overeenkomst van opdracht werken (OVO), moet minimaal het wettelijk minimumloon (WML) verdienen. Dinsdag 28 maart heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het doel van deze wet is om misbruik van opdrachtnemers tegen te gaan. Ook oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt met deze wet een stuk lastiger.
Minister Asscher ziet deze wet als een belangrijke stap in het verbeteren van de positie van werkenden zonder arbeidsovereenkomst. Momenteel is het minimumloon alleen verplicht voor werknemers met een arbeidscontract die zich niet mogen laten vervangen door een ander. In de praktijk blijkt dit echter makkelijk te omzeilen. Dankzij de nieuwe wet krijgen straks circa 50.000 mensen die werken op basis van een OVO automatisch recht op het minimumloon.
Aangezien zelfstandige ondernemers een andere positie innemen op de arbeidsmarkt, geldt de wet niet voor hen. De wet treedt over zes maanden in werking.
Geef een antwoord