De inkomensafhankelijke huurverhogingen van sociale huurwoningen van de laatste jaren hebben weinig effect gehad op de doorstroming. Dit blijkt uit de ING Financieel fit Barometer.
Sinds 2013 is de huurverhoging van sociale huurwoningen inkomensafhankelijk, vooral om ‘scheefwonen’ tegen te gaan. Ruim tachtig procent van de huurders met een hoger inkomen geeft aan dat de huurverhogingen van de laatste jaren geen invloed hebben gehad op hun verhuisgedrag. Hiermee wijken ze bovendien nauwelijks af van sociale huurders met een lager inkomen.
Meerdere redenen
Het beperkte effect van inkomensafhankelijke huurverhogingen op de doorstroming heeft volgens het ING Economisch Bureau verschillende redenen: ten eerste hebben grote levensveranderingen, zoals een relatie aangaan, kinderen krijgen of scheiden een veel grotere invloed op verhuisgedrag dan financiële veranderingen. Ten tweede zijn veel ‘scheefwoners’ al wat ouder. Zij maken meestal geen grote levensveranderingen meer mee. Velen wonen vaak al heel lang in hun woning en zijn gehecht aan hun buurt. Ze zijn honkvast en zullen niet zomaar bewegen als gevolg van een huurverhoging. Ten derde werkt de financiële prikkel van de kleine inkomensafhankelijke huurverhoging onvoldoende, omdat scheefwoners weinig alternatieven hebben.
Gebrek aan spaargeld remt doorstroming
Vier op de tien huurders wil liever kopen, maar het benodigde spaarbedrag dat zij moeten meebrengen om dit te kunnen financieren wordt groter, nu het maximale leenbedrag jaarlijks daalt. Huren en sparen gaat vaak niet samen, aldus de ING. Slechts één op de tien sociale huurders en een kwart van de vrijesectorhuurders slaagt erin meer dan €200,- per maand te sparen.
Geef een reactie