Minister Dijsselbloem ziet geen aanleiding ziet de relatie van de Nederlandse overheid met KPMG te evalueren naar aanleiding van het corruptieschandaal in Zuid-Afrika waarbij KPMG betrokken is. ‘Mijn verantwoordelijkheid strekt zich slechts uit tot de Nederlandse accountantsorganisaties.’
Dat antwoordde de minister naar aanleiding van Kamervragen van het SP-lid Leijten over de vermoedelijk actieve rol van KPMG Zuid-Afrika in het faciliteren van fraude. Leijten stelde de Kamervragen naar aanleiding van het corruptieschandaal rond de Indiase zakenfamilie Gupta in Zuid-Afrika. Uit documenten zou blijken dat KPMG nauwere banden heeft onderhouden met de Gupta’s dan het bedrijf wil toegeven. Ook zouden de conclusies en aanbevelingen uit een onderzoeksrapport voor de Zuid-Afrikaanse belastingdienst over de reputatie van de toenmalige minister van financiën, Pravin Gordhan, incorrect zijn. Gordhan werd in maart van dit jaar ontslagen door president Zuma. Dijsselbloem vindt het niet aan hem om zich uit te spreken over de precieze gevolgen van het KPMG-rapport en het ontslag van Gordhan, omdat hij daar als Nederlandse minister van Financiën niet bij betrokken is.
Relatie evealueren
De minister ziet geen aanleiding de relatie van de Nederlandse overheid met KPMG te evalueren. De SP’er doelt dan niet alleen op Nederland, maar vooral in ontwikkelingslanden rondom bijvoorbeeld Nederlandse ambassades en ontwikkelingsprojecten. Dijsselbloem antwoordde dat zijn verantwoordelijkheid zich slechts uitstrekt tot de Nederlandse accountantsorganisaties. ‘Accountantsorganisaties moeten hun zaken op orde hebben. Daarbij hebben de accountantsorganisaties primair een eigen verantwoordelijkheid. Daarbij dienen zij zich te houden aan wettelijke normen voor wettelijke controles ter borging van de kwaliteit en houdt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht op accountantsorganisaties met zetel in Nederland.’
Speciaal fonds sociale partners
Op de vraag van Leijten of de minister bereid is een speciaal fonds voor sociale partners van de Nederlandse overheid op te richten waar (een deel van) de opgelegde boetes naar kan afvloeien, antwoordt de minister: ‘Het OM zal telkens, met inachtneming van alle omstandigheden van het geval, een afweging moeten maken over een eventuele vervolging van de betrokkenen. De sociale en maatschappelijke schade die wordt veroorzaakt doordat organisaties in de problemen komen als gevolg van verdenkingen van fraude of andere affaires is niet gemakkelijk met geld te vergoeden. Onderdeel van een transactie kan zijn (en is in het verleden ook geweest) dat een accountantsorganisatie aanvullende integriteit-, compliance-, en kwaliteitsmaatregelen dient te treffen. Deze maatregelen kunnen bijdragen aan het daadwerkelijk verbeteren van de kwaliteit van wettelijke controles en fraudes en daaruit voortvloeiende maatschappelijke schade in de toekomst verminderen. Het is beter dat accountantsorganisaties investeren in het verbeteren van de kwaliteit, zodat zij het vertrouwen terug kunnen winnen.‘
Geef een reactie