Het aantal vrouwelijke topverdieners in het Nederlandse bedrijfsleven neemt langzaam toe. De ruime meerderheid van de bestbetaalde bestuurders is nog altijd man. Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) bestond de top van de loonlijst van organisaties met minimaal 500 banen vorig jaar voor ruim 20 % uit vrouwen. In 2010 was dat nog 15 %.
Het CBS keek hiervoor naar de 0,2 % best betaalde banen binnen de organisaties, en zochten vervolgens uit of die posities door mannen of door vrouwen bekleed werden. Daarbij zijn alleen organisaties met minimaal 500 werknemersbanen onderzocht, de zogenoemde ‘500-plusorganisaties’. Het idee is dat hiermee de toonaangevende mensen binnen de grotere organisaties zijn geselecteerd. Bij grote organisaties hebben ongeveer 6600 medewerkers zo’n salaris, waarvan 1300 vrouwen. Het aantal mannelijke topverdieners daalde juist. Jonge vrouwen leiden de inhaalslag, vooral dertigers en veertigers.
Jaarloon, geen uurloon
Het statistiekbureau voegt eraan toe dat de topverdieners zijn geselecteerd op basis van het jaarloon, niet op basis van uurloon. Het glazen plafond is nog behoorlijk stevig, blijkt uit de CBS-cijfers. Veel mannen in een sector betekent weinig kans voor vrouwen om de top te bereiken. De meeste vrouwelijke topverdieners blijken te werken in bedrijfstakken waarin relatief veel vrouwen werken, bijvoorbeeld de zorg. Ook organisaties in het onderwijs scoren hoog. In de bouw komen juist amper vrouwelijke topverdieners voor. De horeca en financiële dienstverlening hebben ook relatief weinig vrouwen hoog op loonlijst, hoewel in die sectoren relatief veel vrouwen werken.
Geef een reactie