Het afnemen van testen op alcohol en drugs op de werkplek moet in specifieke risicovolle situaties mogelijk worden, meldt staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken. Langs drie lijnen wordt dit voorbereid:
- alcohol- en drugstesten in de Brzo-sector (bedrijven die onder het Besluit Risico Zware Ongevallen vallen) bij voor de veiligheid cruciale functies;
- een wettelijke grondslag voor alcohol- en drugstesten in specifieke situaties met een groot veiligheidsrisico; en
- het verder versterken van de aanpak tegen alcohol en drugs binnen ondernemingen.
ADM-beleid
Werknemers onder invloed van alcohol of drugs horen niet thuis op de werkvloer.
De werkgever moet op grond van de Arbeidsomstandighedenwet zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving van de werknemers en voert daartoe een gericht arbobeleid
Werkgevers en werknemers werken samen bij de uitvoering van het arbobeleid, waaronder preventie- en verzuimbeleid. Een onderdeel hiervan is het beleid dat erop is gericht om het gebruik of verkeren onder invloed van alcohol of drugs op het werk tegen te gaan. Ook medicijngebruik kan hier aan de orde zijn. Gesproken wordt dan ook over ADM-beleid (alcohol, drugs, medicijnen).
Naast duidelijke regels over het gebruik van alcohol en drugs gaat het dan ook om voorlichting, preventie en voorzieningen voor werknemers met serieuze problematiek in relatie tot gebruik van alcohol en drugs, waaronder begeleiding naar professionele hulp.
VNO-NCW en MBK Nederland hebben een oproep gedaan om het afnemen van alcohol- en drugstesten door werkgevers mogelijk te maken om daarmee ADM-beleid effectief vorm kunnen geven.
Wettelijke grondslag
Persoonsgegevens verkregen uit het afnemen van alcohol- en drugstesten zijn bijzondere gezondheidsgegevens in het kader van de AVG. Het verwerken van dergelijke gegevens is niet toegestaan.
Het tijdens werktijd controleren op het gebruik van alcohol en drugs is op grond van de AVG mag alleen als daar een wettelijke grondslag voor is, het noodzakelijk is en daarnaast passende maatregelen getroffen worden om de inbreuk op de privacy en grondrechten van de werknemer te minimaliseren.
Ernstige veiligheidsrisico’s
Het inperken van grondrechten van werknemers door het toestaan van alcohol- en drugstesten kan uit het oogpunt van veiligheid bij uitzondering noodzakelijk zijn. Het moet dan gaan om situaties waarbij sprake is van ernstige veiligheidsrisico’s, met name voor de werknemers zelf of hun collega’s maar ook voor derden (bezoekers) en zelfs de omgeving van de onderneming. Ook moeten er dan duidelijke voorwaarden zijn geformuleerd waaronder de inbreuk gerechtvaardigd is en moet in goede waarborgen zijn voorzien. Het moet dus gaan om specifieke risicovolle situaties of beroepen binnen een onderneming.
Op dit moment bestaan er al enkele specifieke wettelijke regelingen in het kader van de strafrechtelijke aanpak van de verkeersveiligheid waarbij deelnemers aan het wegverkeer, treinmachinisten, boordpersoneel van vliegtuigen, schippers en loodsen onderworpen kunnen worden aan alcohol- en drugstesten.
Bepalingen Burgerlijk Wetboek
In de arbeidsverhouding gelden van oudsher de normen van goed werkgeverschap en goed werknemerschap (7:611 BW) en het instructierecht van de werkgever (7:660 BW).
Deze bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek (BW) geven een werkgever de mogelijkheid contractueel het gebruik en de beschikbaarheid van alcohol en drugs te verbieden of te beperken en maatregelen te nemen tegen werknemers, die onder invloed van alcohol en drugs verkeren. Zo kan de werkgever een werknemer de toegang tot de arbeidsplaats ontzeggen. Verder valt te denken aan het nemen van disciplinaire maatregelen, zoals een waarschuwing, een tijdelijke overplaatsing of een contractuele boete.
Gesprekken met sociale partners
In de afgelopen periode zijn diverse gesprekken gevoerd met sociale partners in de Stichting van de Arbeid om te bekijken in welke specifieke gevallen behoefte en noodzaak bestaat aan het afnemen van alcohol- en drugstesten.
Alle partners onderschrijven het belang van een goed ADM-beleid, waarin preventie, voorlichting, begeleiding en de mogelijkheid tot het treffen van sancties aan de orde komen.
Bij werkgevers en werknemers blijkt echter nog geen eenduidig beeld te bestaan over de aard en de omvang van het door werkgevers aangegeven knelpunt. Ook zijn nog onvoldoende specifieke situaties (sector/functies) in beeld gebracht waarin alcohol- en drugstesten door hen noodzakelijk worden geacht in het kader van de veiligheid.
Aanvullende maatregelen
Ondanks het feit dat het huidige ADM-beleid – in combinatie met arbeidsrechtelijke grondslagen – een aantal mogelijkheden biedt om actie te ondernemen tegen medewerkers die onder invloed van alcohol of drugs op de werkvloer verschijnen, zijn er signalen vanuit de werkgevers dat bedrijven in de praktijk toch niet altijd kunnen optreden.
De staatssecretaris start daarom voorbereidingen om in specifieke gevallen alcohol- en drugstesten te kunnen afnemen in aanvulling op het huidige ADM-beleid.
Dit doet Van Ark langs de volgende drie lijnen:
- Voor Brzo-bedrijven verkent de staatssecretaris – met inachtneming van het juridisch kader – de wettelijke mogelijkheid voor het afnemen van alcohol- en drugstesten bij voor de veiligheid cruciale functies.
- Onderzoeken of een wettelijke grondslag geformuleerd kan worden voor andere specifieke gevallen waarin een zodanig groot veiligheidsrisico bestaat en er een zwaarwegend algemeen belang is die de mogelijkheid van een alcohol- en drugstest als sluitstuk van en aanvulling op het ADM-beleid rechtvaardigen.
Van Ark wil hierbij ook de vraag betrekken in welke mate de ondernemingsraad een rol kan spelen bij het al dan niet initiëren van de mogelijkheid binnen een bedrijf om alcohol- en drugstesten toe te staan. - Het verder versterken van het ADM-beleid binnen ondernemingen. Dit is ook van belang om vast te stellen in welke situatie testen kunnen worden toegestaan. Het creëren van een wettelijke grondslag wil Van Ark dan ook daarop afstemmen.
Kamerbrief alcohol- en drugstesten op de werkvloer
Geef een reactie