Hoe gaan accountantskantoren om met de coronacrisis? Welke klanten hebben het moeilijk en wat kun je voor ze betekenen? Vennoten Erik-Jan Kreuze en Marc Oegema van Afier Accountants + Bedrijfsadviseurs in het Drentse Tynaarlo vertellen hoe ze dat doen bij het allround MKB-kantoor met een stevige audittak, dat met ongeveer vijftig mensen een van de grotere zelfstandige kantoren in Noord-Nederland is.
Hoe staan jullie klanten er momenteel voor?
‘De groep waar ik zelf verantwoordelijk voor ben bij onze MKB-tak is heel divers’, vertelt Marc Oegema. ‘Ik denk dat we kunnen stellen dat 10 procent daarvan echt wel grote zorgen heeft. Dat is op zich niet veel, maar bij die groep komt het wel echt binnen, vooral bij de detailhandel. Horeca hebben we nauwelijks, maar het is duidelijk dat daar ook pijn wordt geleden.’ Kreuze: ‘We hebben wel een aantal groothandels die toeleveren aan onder andere horeca en daar is het ook heel nadrukkelijk merkbaar.’
En hoe nijpend is het bij die tien procent?
Oegema: ‘Het zou me niet verbazen als daarbij aan het eind van de rit faillissementen voorkomen, dus bij die groep is het echt wel nijpend. En als je kijkt naar de detailhandel, kleding bijvoorbeeld, dat is echt wel zorgwekkend. Het nadeel van dat soort bedrijven is natuurlijk ook dat ze vaak al weinig vet op de botten hadden bij aanvang van het jaar. Het is een sector die het al moeilijk had. Ik denk dat dat voor horeca ook wel geldt, ook daar was de basis al beperkt. Je ziet wel dat andere bedrijven het na enkele goede jaren nu langer vol kunnen houden, die zijn wat flexibeler dan de bedrijven die het bij aanvang al moeilijk hadden.’ Kreuze: ‘Maar bovenop die 10 procent kun je nog wel 20 procent doen aan ondernemers die een uitgesteld probleem hebben. Die groothandels zoeken wel andere wegen, de handel internationaal gaat nog een beetje door. Maar die 20 procent uitgestelde problematiek zie je bij de recreatieve bedrijven, campings en dat soort zaken. Daar moet het hoogseizoen nog voor beginnen, dus ze hebben hun omzetdaling nog helemaal niet te pakken. De mensen hebben allemaal vooruit gereserveerd en geboekt voor de zomer. Maar blijven die mensen komen, gaan die nog op vakantie straks? We bedienen bijvoorbeeld ook de grootste orkestorganisatie van Noord-Nederland. Dat ligt nu helemaal stil, maar dat hebben ze op zich goed afgedekt. Alleen: wat is de afgeleide tegenvaller? Gaan mensen concertzalen mijden, komen die artiesten straks weer in beweging of zijn ze dan inmiddels ander werk gaan doen? Want de ZZP’er is daar wel echt aan de beurt, die concertzaalartiest heeft helemaal geen inkomsten meer.’ Oegema: ‘En ik denk dat zeker driekwart van de bedrijven wel geraakt wordt, misschien wel 90 procent. Dus er is een hele grote groep die er wel wat van meekrijgt, maar al meer reserves had. En daar passen wellicht ook de noodmaatregelen wat beter op, ik heb er meer vertrouwen in dat die groep het uiteindelijk wel gaat redden.’
‘Dit risico is dusdanig onverwacht, dat was in de meeste risicoanalyses niet meegenomen.’
Zijn er nog meer specifieke groepen ondernemers die het nu echt heel moeilijk hebben?
Kreuze: ‘Kinderopvangstichtingen. Scholen hebben natuurlijk doorlopende inkomsten vanuit het Rijk, maar de kinderopvang heeft gewoon plaatsen te verhuren op basis van capaciteit. Daar is het nu alle hens aan dek en hebben we inmiddels ook de eerste continuïteitsparagraaf afgegeven, omdat zowel directie als accountant zich afvroeg of ze het nog wel gaan redden dit jaar. We moeten bij de jaarrekening 2019 natuurlijk alert 42 van de NBA naleven en dat doen we ook zeer contentieus. Maar dat betekent ook dat we daar een stevige discussie hadden vorige week. Met een deadline op 1 april, het heeft tot dinsdagavond 31 maart tot diep in de avond geduurd voordat we daarover overeenstemming hadden en alles ook goed verwerkt hadden. Want we voeren dan ook extra kwaliteitscontroles uit, zodat we zeker weten dat we als accountant niet de regelgeving passeren. Dus dat is nu aan de orde, continuïteitsparagrafen in de jaarrekening 2019 komen voor.’
Oegema: ‘En ook de seizoensbedrijven moeten genoemd worden, de bedrijven die normaal gesproken dit deel van het jaar een topomzet halen. Dat is bij ons met name bij de recreatiebedrijven goed zichtbaar. Die halen van maart tot juni misschien wel driekwart van hun jaaromzet en die periode kunnen we voor dit jaar eigenlijk wel wegstrepen, daar mag je al bijna wel vanuit gaan. De overheidsmaatregelen vallen voor die groep ook wel heel slecht. Enerzijds word je benadeeld omdat het omzetdalingspercentage gebaseerd wordt op heel 2019, in plaats van de maanden waar het nu om gaat. En het andere nadeel is dat ze bevoorschot worden op het salaris van januari, terwijl seizoensbedrijven in januari nagenoeg geen personeel hadden. Dus die krijgen heel lage bevoorschotting voor de loonkosten. Bij de detacheringsclubs zien we ook duidelijk dat bedrijven afscheid nemen van hun flexibele schil. En ik zie ook wel de bedrijven die afhankelijk zijn van toelevering uit het buitenland, daar merk je dat de productie stilligt omdat de grondstoffen er gewoon niet zijn om te kunnen produceren.’
Kreuze: ‘Ik denk dat ook het bijzondere is dat dit zo onverwacht kwam. Bedrijven kunnen zich over het algemeen vrij goed aanpassen, maar hier lag soms ineens alles stil. Daar is eigenlijk haast niet op te reageren. Je ziet het in de horeca bij de omvorming naar bezorgen en allerlei andere aanpassingen: dat heeft gewoon een paar weken tijd nodig en dan nog is het rendement minimaal. Dat is nog wel een interessante vraag voor de toekomst, hoe kun je je als organisatie wapenen tegen zulke snelle veranderingen?’ Oegema: ‘Wij worden in ons vak natuurlijk geschoold in het mitigeren van risico’s, dus je bent in je aanpak altijd bezig om daarover na te denken. Maar dit risico is dusdanig onverwacht, dat was in de meeste risicoanalyses niet meegenomen.’
‘Er is heel frequent contact en dat is dankbaar. Het valt ook op dat heel veel klanten je aan het eind bedanken voor het telefoongesprek.’
Hoe hebben jullie zelf de afgelopen tijd ervaren, wat kun je op dit moment voor klanten betekenen?
Oegema: ‘Ik vind het ook wel weer heel mooi. Dat klinkt raar, maar het is een aanleiding waardoor je al je klanten in heel korte tijd spreekt. Je ziet dat het gros van de klanten hun organisatie ook wel dusdanig hebben staan dat ze zelf al een heel eind komen, maar je merkt wel dat ondernemers dan nog wel even willen sparren om te kijken: hebben we alle maatregelen goed in beeld? En ze vinden het ook heel mooi om te horen wat er bij andere ondernemers gebeurd. De tips en trucs die wij meekrijgen bij andere ondernemers vinden ze fijn om ook mee te krijgen. Dus er is heel frequent contact en dat is dankbaar. Het valt ook op dat heel veel klanten je aan het eind bedanken voor het telefoongesprek, dat vind ik heel kenmerkend voor deze tijd.’
En wat betekent de coronacrisis voor jullie eigen organisatie, ook qua thuiswerken?
Oegema: ‘Ook dat vraagt wel even wat flexibiliteit natuurlijk, maar ons vak leent zich daar prima voor. Het gebeurde in het verleden ook al wel, dus die stap was in die zin niet heel groot. Het legt wel iets meer druk op onze IT-medewerker omdat die wat meer vragen kreeg dan normaal. Maar dat loopt nu vrij soepel.’ Kreuze: ‘Mensen passen zich snel aan met Teams, Zoom en wat er allemaal niet meer is. Wat wel een aandachtspunt is en dat is heel lastig: de sfeer, de collegialiteit. We proberen ook echt te stimuleren dat mensen tussen de middag een uurtje gaan wandelen en niet de hele avond doorwerken. De afsluiting van het naar huis rijden is er niet meer. We proberen daar wel goed over na te denken, ook bijvoorbeeld over goede werkplekken bij mensen thuis. Mensen hebben vaak al meer op hun bordje door het thuisonderwijs. Dan zijn we wat coulanter met urenverdeling of verlof.’ Oegema: ‘Je moet elkaar nu wel echt zoeken ja, je spreekt elkaar niet meer bij de koffieautomaat. Dus het is zaak om elkaar daarin stimuleren. We hebben natuurlijk ook te maken met assistent-accountants die minder ervaren zijn en nu toch wel een beetje dreigen wat te verzuipen soms. Dus daar moet je heel goed oog voor hebben. Het is wel de kunst om de club bij elkaar te houden en ik heb de indruk dat dat wel steeds moeilijker wordt.’
Hoe ervaren jullie het arsenaal aan noodsteunmaatregelen dat in korte tijd is opgetuigd?
Oegema: ‘In z’n algemeenheid wordt er wel heel positief op gereageerd. Er valt ongetwijfeld veel op aan te merken omdat het algemeen is en geen maatwerk, dus er zitten altijd sectoren bij die zich wat benadeeld voelen en dat is soms ook wel terecht. Dat is een beetje inherent aan zulke algemene regelingen. Maar vanochtend kreeg ik een bericht van een klant die zei: ik heb de NOW aangevraagd en ik heb het geld al op mijn rekening. Dat vind ik super; dat het snel in elkaar gezet is, doorgepakt is. En als je hoort hoeveel verzoeken er inmiddels ook ingediend zijn voor de NOW, terwijl ik niet heb gehoord dat de website eruit lag. Dus het is goed, snel en doordacht opgezet.’
MH
___________________________________________________________________________________________________________
Interessant voor u! Interactieve online Lunch & Learncursus De impact van Corona op de liquiditeit en (dis)continuïteit op 22 april a.s. van 12.00 – 13.00 uur
door Jan Wietsma Full Finance
Geef een antwoord