Grensarbeiders ondervinden geen verschuiving van het heffingsrecht als gevolg van thuiswerkdagen door de coronacrisis. Dat is afgesproken met België en Duitsland, schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën in een Kamerbrief over de fiscale maatregelen in verband met de coronacrisis.
Inmiddels heeft ook het overleg met België – net zoals eerder al met Duitsland – geleid tot een overeenkomst.
Nederland en België zijn voor grensarbeiders in loondienst overeengekomen dat thuiswerkdagen als gevolg van de coronacrisis (in afwijking van de verdragstekst) mogen worden behandeld als dagen gewerkt in het land waar onder normale omstandigheden zou zijn gewerkt, onder de voorwaarde dat de bezoldigingen voor deze thuiswerkdagen wel worden belast in dat land. Deze goedkeuring kan
met terugwerkende kracht vanaf 11 maart 2020 worden toegepast. De overeenkomsten met België en met Duitsland zijn tijdelijk van aard.
Nederland en Duitsland en Nederland en België het erover eens dat grensarbeiders die noodgedwongen thuisblijven met behoud van salaris gedurende deze periode belast blijven in het land waar zij onder normale omstandigheden zouden hebben gewerkt. De overeenkomst met België bevestigt dit nog eens.
Werkloosheidsuitkering
Inwoners van Nederland die normaal in België werken en door de coronacrisis niet kunnen werken, kunnen recht hebben op Belgische tijdelijke werkloosheidsuitkeringen. De overeenkomst met België bevestigt dat deze uitkeringen, als de dienstbetrekking in stand blijft, worden belast in het land waar de beloningen genoten betreffende de vóór de coronacrisis daadwerkelijk vervulde dienstbetrekking mogen worden belast.
Grensarbeiders kunnen de gemaakte afspraken toepassen in de bestaande aangifte inkomstenbelasting 2020.
Verlengd tot eind juni
In de overeenkomsten met België en Duitsland zijn mechanismen opgenomen om de gemaakte afspraken (ongewijzigd) te verlengen. Na 30 april wordt de overeenkomst met Duitsland maandelijks automatisch verlengd, totdat Nederland of Duitsland deze opzegt. De overeenkomst met België geldt tot en met 31 mei en kan maandelijks worden verlengd als Nederland en België dit overeenkomen.
Inmiddels zijn de overeenkomsten met België en Duitsland verlengd tot eind juni.
Als een van beide landen de overeenkomst tijdig opzegt (overeenkomst met Duitsland) of niet verder wenst te verlengen (overeenkomst met België), vervalt deze. Het betreft hier een bilaterale overeenkomst waar instemming van beide landen voor nodig is.
Niet beperkt in tijd
Het onderdeel van de overeenkomsten (met België en Duitsland) dat ziet op thuisblijven zonder te werken met behoud van salaris en het onderdeel van de overeenkomst (met België) dat ziet op Belgische tijdelijke werkloosheidsuitkeringen betreffen alleen een bevestiging van bestaande
verdragsinterpretatie en zijn daarom niet beperkt in de tijd.
Vaste inrichting
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft op 3 april 2020 een aantal richtsnoeren gepubliceerd over de gevolgen van de coronacrisis voor de toepassing van belastingverdragen. De OESO merkt op dat het onwaarschijnlijk is dat de coronacrisis invloed heeft op het vaststellen van vaste inrichtingen in de zin van belastingverdragen en dat het onwaarschijnlijk is
dat als gevolg van de coronacrisis de vestigingsplaats van vennootschappen en woonplaats van natuurlijke personen in de zin van belastingverdragen zal veranderen.
In het OESO-commentaar wordt gesteld dat voor het constateren van een vaste inrichting relevant is of de thuiswerkplek ‘ter beschikking van’ de onderneming staat. Dit is bij grenswerkers die (als werknemer) vanuit huis werken normaliter niet het geval. Daarnaast moet voor het vaststellen van een vaste inrichting ook sprake zijn van duurzaamheid, waarvan bij het tijdelijk uitoefenen van werkzaamheden
vanuit huis als gevolg van de coronacrisis geen sprake is.
Thuiswerken
Afgesproken is dat werkdagen waarvoor loon is ontvangen en waarop de dienstbetrekking thuis is
uitgeoefend, uitsluitend vanwege de coronamaatregelen kunnen worden geacht te zijn doorgebracht in het land waar de grensarbeider de dienstbetrekking zou hebben uitgeoefend als deze maatregelen niet van kracht waren geweest.
In de situatie dat grensarbeiders thuisblijven zonder arbeid te verrichten en loon ontvangen van
de werkgever geldt hetzelfde op basis van de reguliere verdragsuitleg. Door de overeenkomsten met België en Duitsland hoeft het thuiswerken van grensarbeiders wegens de coronamaatregelen niet te leiden tot een wijziging ten aanzien van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht.
Beantwoording Kamervragen schriftelijk overleg over de fiscale maatregelen i.v.m. coronavirus
Geef een reactie