Het ministerie VWS legt in een document met vragen en antwoorden over de Bonus zorgprofessionals COVID-19 onder meer uit hoe de werkgever de bonus netto aan de zorgprofessional kan uitkeren.
Zorgaanbieders kunnen als werkgever of opdrachtgever van derden (bijvoorbeeld zzp’ers en uitzendkrachten) voor deze zorgprofessionals een bonus aanvragen. Dit kan als de zorgaanbieder van mening is dat een zorgprofessional ten tijde van de uitbraak van COVID-19 een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd. De bonus kan door de werkgever netto aan de zorgprofessional worden uitgekeerd doordat de werkgever – voor zover aan de orde – de verschuldigde belasting over de bonus door toepassing van eindheffingsloon afdraagt. Naast een subsidie van €1.000 ontvangt de zorgaanbieder ook een bedrag waarmee de belasting kan worden betaald.
De periode voor het aanvragen van de zorgbonus loopt van 1 tot en met 29 oktober. Het ministerie van VWS heeft op de website van de uitvoeringsorganisatie Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) een set met vragen en antwoorden gepubliceerd. In dit document staat een uitgebreide toelichting hoe de bonus aan de zorgprofessional netto kan worden uitgekeerd. Deze informatie is vrij toegankelijk voor zorgaanbieders en zorgprofessionals in loondienst en derden. De Belastingdienst communiceert via haar reguliere kanalen over deze fiscale wijziging in de loonheffingen.
Vrije ruimte in 2020
De verhoging van de ‘vrije ruimte’ van de werkkostenregeling gedurende het kalenderjaar 2020 heeft niet tot doel de uitgaven voor de zorgbonus op te vangen. Op een andere wijze is geborgd dat de uitkering van de zorgbonus kan plaatsvinden zonder dat de werkgever de lasten van eventuele eindheffing over de zorgbonus draagt.
Ook is zeker gesteld dat werknemers geen gevolgen ondervinden als de vrije ruimte van de werkkostenregeling al voor andere doeleinden is aangewend. Of als de vrije ruimte al door onder meer de zorgbonus is volgelopen en de inhoudingsplichtige nog andere loonbestanddelen aanwijst als eindheffingsloon.
Aanwijzen als eindheffingsbestanddeel
De werkgever is op grond van de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals Covid-19 verplicht de bonus aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. En deze vervolgens onder te brengen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Op grond van deze subsidieregeling ontvangt de zorgaanbieder op voorhand een subsidie van € 1.800 per aan een werknemer uit te keren bonus van € 1.000.
Bij de subsidie die de zorgaanbieder ontvangt vanuit het Rijk wordt aldus rekening gehouden met een maximaal af te dragen bedrag aan eindheffing. Hierdoor wordt de werkgever volledig gecompenseerd voor zowel de bonus als eventueel verschuldigde eindheffing. Dit betekent dat het uitkeren van de bonus via de vrije ruimte geen enkel gevolg hoeft te hebben voor de keuze van werkgevers om bonussen uit te keren en andere vergoedingen en verstrekkingen netto te kunnen uitkeren via de vrije ruimte.
Waarom geen gerichte vrijstelling?
Waarom is de zorgbonus niet als gerichte vrijstelling opgenomen onder de werkkostenregeling?
De vrije ruimte van de werkkostenregeling biedt aan de werkgever de mogelijkheid om vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen belastingvrij en zonder doorwerking naar bijvoorbeeld toeslagen uit te keren aan de werknemer. Voorwaarde is dat het gaat om vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die voldoen aan het gebruikelijkheidscriterium. De zorgbonus, zoals die is vormgegeven, voldoet hieraan.
Het is dus mogelijk om binnen de bestaande wetgeving te voldoen aan de wens de zorgbonus belastingvrij en zonder doorwerking naar bijvoorbeeld toeslagen uit te keren aan de werknemer. In dat licht ligt het niet voor de hand om een al dan niet tijdelijke gerichte vrijstelling te introduceren voor de zorgbonus.
Niet-werknemers
Voor niet-werknemers regelt de voorgestelde bepaling dat de zorgaanbieder die een bonus geeft aan een niet-werknemer deze bonus als eindheffingsbestanddeel in aanmerking kan nemen. De subsidieregeling bevat een verplichting voor de zorgaanbieder om eindheffing af te dragen over een verstrekte bonus aan niet-werknemers via de voorgestelde bepaling.
Waarom ander eindheffingstarief?
Waarom is het eindheffingstarief voor werknemers en voor niet-werknemers verschillend?
De zorgbonus aan zorgprofessionals heeft als uitgangspunt dat deze netto moet zijn en geen gevolgen heeft voor inkomensafhankelijke regelingen, zoals toeslagen. Bij werknemers is het verstrekken van een bonus op grond van deze voorwaarden al mogelijk via de vrije ruimte van de werkkostenregeling, zonder aanpassing van de wet. De werkgever wijst de bonus aan als eindheffingsbestanddeel en brengt deze bonussen onder in de vrije ruimte van de werkkostenregeling.
Bij overschrijding van de vrije ruimte is de werkgever een eindheffing verschuldigd van het al bestaande tarief van 80 procent over de overschrijding. Deze eindheffing wordt ook op grond van de subsidieregeling vergoed aan de zorgaanbieder.
Vergelijkbare fiscale behandeling
Voor niet-werknemers is gekozen voor een vergelijkbare fiscale behandeling. Het voorgestelde eindheffingstarief over de bonussen voor niet-werknemers is 75 procent. Dit is gelijk aan het tarief dat geldt voor verstrekkingen aan niet-werknemers. Het kabinet heeft voor dit tarief gekozen, omdat het daardoor mogelijk is om deze subsidieregeling op korte termijn uit te kunnen voeren.
Het bedrag aan verschuldigde eindheffing is aan te geven in de rubriek voor verstrekkingen aan anderen dan eigen werknemers. De zorgaanbieder vergoedt ook deze eindheffing.
Geef een reactie