De geplande verruiming van de kroongetuigenregeling tot beroepen als accountants moet als het aan hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer ligt, worden afgeblazen. ‘Het is een tekentafeloplossing, bedacht in een ivoren toren die ver van de werkelijkheid afstaat.’
Minister Grapperhaus (Veiligheid en Justitie) wil de kroongetuigenregeling verruimen en bereidt daartoe een wetsvoorstel voor. Daarmee zouden partijen zoals accountants, notarissen en makelaars eerder geneigd zijn om de overheid in te lichten over dubieuze opdrachtgevers. Pheijffer vindt het geen goed idee. ‘Als oud-opsporingsambtenaar bij de fiscale opsporingsdienst Fiod heb ik de nodige ervaring opgedaan met kroongetuigen. Midden jaren negentig hebben een collega en ik in het buitenland een week of zes verhoren afgenomen van een kroongetuige. Hij was de verbindingsman voor de aanlevering van grote hoeveelheden hasj aan een Nederlands crimineel netwerk en was belangrijk in de financiële afwikkeling van drugstransporten. Het Openbaar Ministerie (OM) sloot een deal met hem, om op basis van de door hem verstrekte informatie het Nederlandse netwerk op te rollen. Deze zaak was de aanleiding tot een wettelijke kroongetuigenregeling.’
Tekentafeloplossing
Werken met tussenpersonen zoals accountants als kroongetuige is wat Pheijffer betreft niet te billijken. ‘Het is een tekentafeloplossing, bedacht in een ivoren toren die ver van de werkelijkheid afstaat. Want ten eerste is er de vraag hoe groot het probleem is waarvoor een oplossing wordt gezocht. Incidenteel is er sprake van een foute accountant, notaris of makelaar, maar nimmer is aangetoond dat er sprake is van een brede, structurele vermenging van deze beroepsgroepen met de onderwereld.’
Schijnoplossing
Daarnaast vraagt de hoogleraar zich af of een ruimere opzet van de kroongetuigenregeling de rotte appels binnen de beroepsgroepen er daadwerkelijk toe zal bewegen uit het criminele circuit te stappen. ‘Ik ben tamelijk sceptisch over deze twee punten en sta daarin niet alleen: vertegenwoordigers van accountants (NBA), notarissen (KNB) en makelaars (NVM) zien nauwelijks een probleem en nemen dan ook afstand van deze (schijn)oplossing.’
Tot slot vindt Pheijffer het vreemd om accountants en notarissen te belonen met een regeling waarvan strafvermindering onderdeel uitmaakt, terwijl zij een wettelijke taak uitoefenen. ‘Wat mij betreft is het faciliteren van misdrijven zoals witwassen juist reden voor strafverzwaring. Verder geldt dat de genoemde tussenpersonen en facilitators een meldplicht inzake witwassen hebben. Is het dan niet beter dat de overheid stimuleert dat deze wordt nageleefd en daarop handhaaft, dan overtreding te belonen met strafvermindering?’
Naïef
Pheijffer vindt initiatiefnemer Dilan Yesilgöz (VVD) naïef door te veronderstellen dat de ‘grofgeldverdieners’ bereid zullen zijn om met justitie samen te werken, ook als daar meer tegenover staat (strafvermindering) dan nu. ‘Minister Grapperhaus zou dan ook wijzer moeten zijn door zijn tijd te steken in zinniger zaken dan in een kroongetuigenregeling voor accountants, notarissen en makelaars. Bijvoorbeeld door maatregelen te nemen die de witwasbestrijding aan overheidszijde efficiënter en effectiever maken.’
Joop Seebus zegt
Hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer heeft m.i. gelijk door zijn stellingname tegen het voorstel van Dilan Yesilgöz, die niet op de hoogte lijkt te zijn van de praktijken in de wereld van criminele transacties. Veelal worden advocaten en accountants alleen gebruikt om de loopholes in kaart te brengen, maar worden de uitvoerende handelingen door anderen gedaan via een netwerk van schijnondernemingen. Hij zou het boek van Graig Unger eens moeten lezen; “Het huis Trump – het huis Poetin” waarin deze praktijken worden beschreven op een duidelijke en verifieërbare wijze, en hoe onderwereld en bovenwereld in elkaar over gaan lopen. Banken hebben m.i. de sleutel in de bestrijding van dit fenomeen.