Bedrijven die geen NOW-steun hebben ontvangen omdat hun administratiekantoor de aanvraag te laat indiende, vangen bot bij de rechter. Ook twee ondernemers uit Amsterdam deden tevergeefs een beroep op de hardheidsclausule.
In de kou
Al met al was het een treurig verhaal voor de rechtbank. Een Chinese onderneemster had geen NOW1-steun ontvangen omdat haar administratiekantoor te laat, namelijk ná 5 juni 2020, de aanvraag had ingediend. Zij had wel NOW2-subsidie ontvangen. Volgens haar gaf dit aan dat zij ook in aanmerking was gekomen voor NOW1. Ze had het UWV gevraagd een uitzondering op de regels te maken en haar ‘niet in de kou te laten staan’. Ze had totaal geen inkomsten meer en veel geld moeten lenen, zelfs van haar moeder. Haar echtgenoot was met het geld van de gezamenlijke bankrekening teruggekeerd naar China. Als alleenstaande moeder met een dochter die nu niet naar school gaat, ging ze gebukt onder stress. Hoewel UWV begrip had voor haar moeilijke situatie stelde de uitkeringsinstantie dat de NOW-regeling geen mogelijkheden kent om van de bepalingen af te wijken. Te laat is te laat.
Geen hardheidsclausule
Aan de rechter de vraag of deze onderneemster een beroep kan doen op een hardheidsclausule. Het antwoord luidt: nee. Want hoewel het ook de rechtbank duidelijk werd dat de onderneemster in een moeilijke situatie zit, moet zij zich baseren op wat in de NOW-regeling, onder meer wat betreft de aanvraagtermijn, is vastgelegd. De opvatting van het Uwv dat de tekst van de regeling geen ruimte biedt om ervan af te wijken, klopt. Er is geen hardheidsclausule opgenomen de het mogelijk zou maken om in schrijnende gevallen een uitzondering te maken. Dat is, aldus de rechtbank, omdat de regeling zo is opgesteld dat deze eenvoudig en snel uitvoerbaar is. Dit staat geen uitzonderingsbepalingen toe.
Lees hier het vonnis.
Geef een reactie