Nederland heeft de corona in vergelijking met andere landen ‘redelijk’ het hoofd geboden. Volgens een onderzoek van KPMG zijn belangrijke lessen te trekken waarmee ons land een toekomstige pandemie nog beter kan doorstaan.
Middenmoter
Aan de hand van een reconstructie van het verloop van de pandemie in de periode februari 2020 – juni 2021 komt KPMG in een rapport tot een toekomstagenda voor pandemic preparedness. De onderzoekers concluderen dat Nederland – net zoals een groot deel van de EU en VS – gekozen heeft voor een mitigatiestrategie. In ons land zijn zo’n 30.000 mensen aan COVID-19 overleden. Dit is in lijn met het gemiddelde in Europa. Er zijn landen die het beduidend beter doen (Denemarken, Noorwegen, Finland), maar ook landen die het beduidend minder doen (Engeland, Spanje, Portugal, Tsjechië). Alhoewel het uitgangspunt van Nederland solide was met een goed functionerend zorgstelsel, zijn we ook een relatief dichtbevolkt land waardoor besmettingen sneller rondgaan.
Economie
Economisch gezien heeft Nederland het redelijk goed gedaan, aldus KPMG, en ook de vooruitzichten naar een verder economisch herstel zijn goed. De stimuleringspakketten, de relatief hoge graad van digitalisering en onze beperkte afhankelijkheid van toerisme lijken hiervan belangrijke oorzaken.
Kritiek
Toch zijn er ook dingen niet goed gegaan. Daarvan moeten we leren, stelt KPMG. ‘Het deels afwijken van de opgestelde vaccinatiestrategie door de Gezondheidsraad heeft mogelijk geleid tot gezondheidsschade en onnodig lange extra druk op ziekenhuizen’, schrijven de onderzoekers. Ook wijst KPMG erop dat Nederlanders meerdere keren bij de aanpak van de crisis te horen kregen dat ‘zorgvuldigheid boven snelheid’ ging. ‘Dat snelheid als zodanig in werkelijkheid juist een onderdeel is van zorgvuldigheid werd daarmee genegeerd en daarmee werd een schijntegenstelling gecreëerd’, aldus KPMG.
Ziekenhuizen
Het duurzaam verhogen van ziekenhuiscapaciteit acht KPMG weinig zinvol, gelet op de exponentiële groei van virussen. Wel is het raadzaam een permanente infrastructuur te ontwerpen voor het optimaliseren van ziekenhuiscapaciteit in crisistijd. Daarbij kunnen zelfstandige klinieken een nog grotere bijdrage leveren in het overnemen van electieve zorg. Verder acht KPMG het zinvol de wet- en regelgeving aan te passen om het mogelijk te maken om (tijdelijk) ook bekwame, maar onbevoegde verpleegkundigen/zorgprofessionals te laten werken op bijvoorbeeld IC’s, zodat bij vereiste opschalingen meer mogelijk is.
Nederlands exceptionalisme
Bij een aantal grote beslissingen is gekozen voor een ‘optimistisch’ scenario, vaak tegen de geldende wetenschappelijke consensus in. De meest in het oog springende adviezen zijn daarbij de initiële keuze voor groepsimmuniteit/mitigatie (terwijl de WHO adviseerde in te dammen), een krap testbeleid (terwijl de WHO adviseerde ‘test, test, test’) en de langzame invoering van mondkapjes waarover in Nederland een slepend debat is gevoerd. Mogelijk blijvende klachten bij jongeren noemt KPMG mogelijk in te geringe mate meegewogen in de Nederlandse coronastrategie
Productie in EU en voorraadbeheer
Tijdens de start van de pandemie werd goed zichtbaar hoe zeer we afhankelijk zijn geworden van het buitenland en dan met name China en India voor tamelijk ‘simpele’ producten zoals mondkapjes en generieke medicijnen, aldus KPMG. ‘Het lijkt een illusie en economisch ondoelmatig om alle productie in Nederland te willen hebben. Wel is het raadzaam om een inventarisatie te maken van wat essentiële producten en technologieën zijn die we sowieso binnen de grenzen van de EU willen produceren en in welke mate we in staat zijn op te schalen indien nodig.’ Naast productie in de EU kan op Nederlands niveau ook werk gemaakt worden van een andere wijze van inkoop van bijvoorbeeld medicatie en/of medische hulp- en beschermingsmiddelen om zo een permanente voorraad beschikbaar te hebben.
Governance
KPMG heeft ook kritiek op de governance. Het zorglandschap en de regie daarop zijn in Nederland meer regionaal dan centraal vormgegeven, schrijven de onderzoekers. Dat kan in crisistijd een nadeel zijn, zowel op de lijn van regie/besluitvorming (command and control) als in operationele afstemming via ondersteunende processen en systemen. Deze governance is uitvoerig op de proef gesteld. Zeker aan het begin van de pandemie was de samenwerking tussen VWS, RIVM, GGD GHOR Nederlanden GGD’en moeizaam.
OMT
Het OMT is met afstand het meest invloedrijke orgaan geweest in de pandemiebestrijding. Ook andere landen hebben stevig geleund op soortgelijke adviesorganen. Gedurende de crisis is het OMT in een kwetsbare positie gekomen, omdat een deel van zijn leden ook een direct belang had bij de advisering rondom de testcapaciteit richting ziekenhuislaboratoria in plaats van andere laboratoria. Alhoewel ook deze casus zorgvuldige analyse behoeft, zou het goed zijn om hier lering uit te trekken en nader te bezien hoe de onafhankelijkheid in het OMT verder gewaarborgd kan worden.
Informatiegovernance
Meer dan eens is gebleken in deze crisis dat IT en data van cruciaal belang zijn om zicht te houden op het virus en ook tijdig te kunnen bijsturen. In het begin van de crisis bleek al snel dat de versnipperde IT-en datasystemen niet of slechts beperkt geschikt waren hiervoor. In korte tijd zijn hiervoor oplossingen bedacht, van het informatieuitwisselpunt voor ziekenhuizen door Philips, de capaciteitsmanagementrol door het LCPS, de data-infrastructuur vanuit de GGD’en tot het Coronadashboard van het Rijk. Wel zijn alle voorbeelden adhocoplossingen, soms met datadiefstal tot gevolg zoals bij het GGD-systeem. Het verbeteren van de informatiegovernance in de zorg staat natuurlijk al langere tijd op de agenda, maar deze pandemie onderstreept onzes inziens de noodzaak tot het verdiepen, versnellen en centraliseren van de beslissingen die vereist zijn. Verder lijkt het voor de hand te liggen om met name de primaire IT- en data-infrastructuur van GGD’en (zowel testen als BCO) te vernieuwen en ook in te zetten op zelf-BCO aangezien dit schaalbaarder is. b. Een van de meest succesvolle communicatiemiddelen richting het publiek is het Coronadashboard geweest, dat in feite een metadashboard is vanuit verschillende databronnen. Wij denken dat een dergelijk dashboard ook behulpzaam kan zijn voor andere dossiers, variërend van het klimaatdossier tot woningbouw.
Download hier het hele rapport.
Geef een reactie