
In de uiterwaarden bij Wageningen staat de monumentale boerderij Wolfswaard. De woning was een bron van verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er zaten ook onderduikers, onder wie de Joodse accountant Theo Stoppelman en zijn zus. Op 20 mei 1944 werden zij gearresteerd.
Wie anno 2023 voor Wolfswaard staat hoeft weinig moeite te doen om 80 jaar terug in de tijd te gaan. Het pand lijkt nog precies op de oude zwartwit afbeeldingen van lang geleden. Zelfs het bord met de sierlijke letters ‘Wolfswaard’ boven de voordeur lijkt de tand des tijds moeiteloos te hebben doorstaan. Dagelijks passeren wandelaars de grote boerderij (en het voormalige veerhuis) in de Wageningse uiterwaarden, niet ver van het haventje. Iedereen in de stad kent het huis, al was het alleen maar vanwege de nabijgelegen zwemplek aan de Nederrijn.
Onderduikers
In mei, met het ontluikende groen en de lustig fluitende vogels, is het er op zijn mooist. Maar de idylle verhult de tragedie die zich hier tachtig jaar geleden voltrok. Op 20 mei 1944 werden de toenmalige bewoners door de Sicherheitsdienst van hun bed gelicht. De Duitse politiemannen waren op zoek naar een illegale radiozender. Die vonden ze. Maar de ‘bijvangst’ was voor de bezetters nog mooier. Bij de huiszoeking werden ook de Joodse onderduikers Theo en Marie Stoppelman aangetroffen. Broer en zus werden gearresteerd en twee weken later overgebracht naar kamp Westerbork. Vandaaruit ging het naar Auschwitz. Theo werd op 18 januari 1945 overgeplaatst naar Gross Rosen. In dit kamp werd hij ziek achtergelaten. Hij overleed in maart, 33 jaar oud.
Accountant
We weten bijzonder weinig over Theo. Hij studeerde economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH) in Rotterdam. In juli 1939 berichtten kranten dat Theo zijn doctoraal had behaald. Twee maanden later werd hij ingeschreven in het register van het Nederlands Instituut van Accountants. Krantenbank Delpher zwijgt daarna over Theo Stoppelman, zodat onbekend is waar hij emplooi vond. Maar het zou goed kunnen dat hij bij zijn vader in de praktijk kwam. Herman Stoppelman (1880-1867) had namelijk een accountantskantoor aan de Keizersgracht in Amsterdam. Theo woonde, net als zijn zus, die huisarts is, in de ouderlijke woning aan de De Laraissestraat 72, eveneens in Amsterdam.
Verzet
Wel bekend is dat Theo en Marie in november 1942 onderdoken in Wolfswaard. Die telde op dat moment vier bewoners: de bovenverdieping werd ingenomen door Eltien en Neeltje Krijthe, twee zussen die al vanaf het begin van de oorlog bij verzetswerk betrokken waren. In het benedenhuis woonden Zwaantje Bosman en haar zoon Jan van Roekel. Ook zij zaten in het verzet. De Ordedienst hield daar haar oefeningen en er werd een illegale zender gebouwd waarmee uitgezonden werd tijdens de april/mei stakingen van 1943. Theo’s ouders vonden een onderduikadres aan de Stationsstraat 21a in Wageningen. Als er gevaar dreigde, werden Theo en Marie ondergebracht bij de ouders van de zussen Krijthe in Bennekom
Hond Max slaat aan
Op 4 mei werden drie Wageningers gearresteerd die zich met illegale radio-uitzendingen bezighielden. Hun verhoor leidde tot een inval in Wolfswaard op 20 mei. De bewoners worden om 5 uur gewekt door het luide geblaf van hond Max. De Duitsers vallen binnen bij Zwaantje Bosman. Die vertelt dat het bovenhuis niet via haar woning kan worden bereikt en vraagt tijd om wat kleren aan te trekken. Via haar slaapkamer slagen haar zoon Jan en een vriend, die toevallig die nacht is blijven slapen, te ontsnappen.
Dat lukt de zussen Krijthe en hun onderduikers niet. Het viertal wordt voor verhoor meegenomen naar Arnhem en opgesloten in het Huis van Bewaring. Op 25 mei 1944 worden Eltien en Neeltje per vrachtauto op transport gesteld naar kamp Vught en later doorgestuurd naar Ravensbrück in Duitsland. Theo en zus Marie belanden, zoals gezegd, in vernietigingskamp Auschwitz. Marie Stoppelman wordt aangesteld als chef van het laboratorium in de ziekenboeg van het vrouwenkamp. Hier moet ze Josef Mengele assisteren bij zijn experimenten op gevangenen.
Van de vier gearresteerden van Wolfswaard overleven alleen Neeltje en Marie de oorlog. Marie Stoppelman promoveert in 1947, werkt onder meer in de Verenigde Staten en wordt eind jaren 60 chef de clinique van de afdeling Kindergeneeskunde van het Binnengasthuis in Amsterdam. Zij overlijdt in 1994.
Eerder schreef Accountancy Vanmorgen over de 111 accountants die de oorlog niet hebben overleefd.
We herdenken ook de zoon Koen van accountant prof Theo Limperg die zijn leven heeft verloren wegens zijn verzetsdaden . Uit Wikipedia:
“”Hij sloot zich aan bij de verzetsgroep rond de beeldhouwer Gerrit van der Veen en Willem Arondeus en was in maart 1943 betrokken bij de Aanslag op het Amsterdams Bevolkingsregister. Limperg zou de groep voorzien hebben van de plattegronden, opdat men precies de weg zou weten in het gebouw. Kort na de overval werd hij samen met 11 andere leden van de groep opgepakt, veroordeeld en op 1 juli 1943 gefusilleerd in de duinen van Overveen.[3]
Om over na te denken: Stel de de NOCLAR gedurende 1940-1945 bestaan had……