De geruisloze terugkeerregeling, zoals vastgelegd in artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb), biedt de mogelijkheid voor een ondernemer om een onderneming die eerst door een BV werd gedreven, zelf voort te zetten voor de inkomstenbelasting. Dit biedt belastingvoordelen.
Te laat
Deze regeling kan normaal alleen toegepast worden als het verzoek vóór de ontbinding van de BV is ingediend. Een ondernemer die dit verzoek pas na ontbinding van zijn BV indiende deed echter een beroep op de hardheidsclausule (artikel 63) en vroeg de Belastingdienst alsnog toepassing van de regeling. De Belastingdienst keurde dit verzoek onder strikte voorwaarden goed.
Voorwaarden
De goedkeuring van het verzoek is onder andere gebaseerd op eerdere goedkeuringen voor te late verzoeken in situaties van juridische fusie en splitsing. Daar wordt eveneens onder voorwaarden belastingmaatregelen goedgekeurd, zelfs als de vereiste verzoeken niet op tijd zijn ingediend. Deze benadering werd nu ook toegepast op de geruisloze terugkeer om het beleid consistent te maken. De goedkeuring is echter alleen van toepassing als geen onherroepelijke fiscale gevolgen zijn ontstaan door de ontbinding.
Dienst Vaktechniek
Ondernemers die zich in een vergelijkbare situatie bevinden, kunnen ook een beroep doen op de hardheidsclausule. Het ministerie van Financiën heeft hiervoor een procedure opgesteld waarbij verzoeken kunnen worden ingediend bij de Corporate Dienst Vaktechniek.
Geef een reactie