Wouter vroeg aan Yasin of hij het rapport In het publiek belang al had gelezen. ‘Nee daar ben ik nog niet aan toegekomen’ antwoordde Yasin. ‘En als ik er wat van lees, dan heeft dat toch altijd betrekking op de grote kantoren. Ik denk dat ons kantoor daar niet zoveel mee te maken heeft.’
Wouter keek naar buiten. Het was inmiddels volop herfst geworden. Het regende en de wind liet zich ook niet onbetuigd. Nog even en dan zou de eerste officiële maatschapvergadering zonder Schuimstra plaatsvinden. In letterlijke zin dan. In figuurlijke zin zou hij zeker nog aanwezig zijn. Al was het alleen maar omdat het over de vraag ging hoe het kantoor nu verder moest na het overlijden van Schuimstra. Inmiddels had ook Karel zich gemengd in het gesprek. ‘Dat rapport in het publiek belang heb ik eens doorgebladerd. Volgens mij heeft dat niets met ons kantoor te maken. Vennoten krijgen bij ons helemaal geen bonussen en zo staat er nog wel meer onzin in. Duidelijk een rapport dat is opgesteld door mensen die geen enkele binding met de controlepraktijk in het MKB hebben.’ Wouter roerde nog een keer door de koffie en vroeg aan Karel of hij het dan een goed rapport vond om de kwaliteit bij de grotere kantoren onder de aandacht te brengen. ‘Ze moeten zich schamen daar bij die grote kantoren. Ze verdienen tonnen per vennoot en dan leveren ze nog zulke slechte kwaliteit af. Als wij onze klanten op dezelfde manier behandelen als die grote kantoren dan waren wij nu brodeloos geweest.’
‘Heeft iemand van jullie Daan al gezien?’ vroeg Joke. ‘Ik denk toch echt dat we zo moeten beginnen.’
‘Hij zal zo wel komen denk ik,’ reageerde Paul. ‘Hij zal het nog wel druk hebben met die belastingcontrole van Yorki. Ik begreep dat de fiscus ook nog wel een aantal vragen voor hem had.’
‘Maar ik heb hem de afgelopen twee dagen al niet meer op kantoor gezien. Dus ik hoop maar dat hij het niet vergeten is.’
‘Ik zal hem wel even bellen,’ zei Paul.
Paul pakte zijn mobiel.
Hij hield zijn hand voor het toestel. ‘Ik krijg zijn voicemail.’ Hij wachtte even tot de welkomstboodschap en de gebruikelijke piep voorbij waren. ‘Daan, met Paul. We zitten met smart op je te wachten. We willen namelijk zo beginnen met de vergadering.’ Daarna keek hij naar Joke.
‘Ik denk dat hij er zo wel zal zijn. Anders had hij vast de telefoon opgenomen.’
Een medewerker bracht kannen met water, koffie en thee en plaatste die op tafel.
‘Hebben jullie verder nog wat nodig?’
‘Bedankt Gerda. Voor dit moment hebben we genoeg en als je Daan binnen ziet komen, wil je hem dan vragen direct door te lopen naar de vergaderkamer.’
Gerda knikte en sloot de deur.
Ondertussen gingen Yasin, Karel en Wouter weer verder met hun gesprek.
‘Weet je,’ zei Yasin. ‘Volgens mij is er bij het rapport niet één accountant uit de MKB-praktijk betrokken geweest. Dus dat zegt volgens mij al genoeg.’
‘Mijn ding,’ reageerde Karel fel. ‘Het is weer zo’n onderonsje van de beroepsorganisatie met de grote kantoren. Die grote kantoren maken de meeste fouten. Wie betaalt daar straks de rekening weer voor? Juist, wij. Af en toe ben ik helemaal klaar met die beroepsorganisatie. Ze houden alleen maar rekening met de grote kantoren. Ze hebben mij nog nooit iets gevraagd.’
Wouter hoorde de opmerkingen van Karel met enige gelatenheid aan. Het was niet de eerste keer dat hij dit soort opmerkingen hoorde. Veel kleinere kantoren hebben het idee dat ze een speelbal zijn van de grote kantoren en dat de beroepsorganisatie ook nog eens wordt gedomineerd door de grote kantoren. Volgens Wouter is dat voor een deel perceptie. Maar als het inderdaad de bedoeling is van de werkgroep om de aanbevelingen van het rapport ook op de kleine kantoren van toepassing te laten zijn, dan moest er nog wel wat gebeuren.
Wouter werd door Joke op de schouders getikt.
‘Daan is er nog steeds niet,’ mopperde ze. ‘Ik vind wel dat hij er bij moet zijn.’
‘Probeer zijn mobiel nog eens?’
Joke keek naar Paul.
‘Weer zijn voicemail.’
Hij haalde zijn schouders op en trok een gezicht waaruit bleek dat hij het ook niet wist.
‘Misschien moet je zijn vrouw bellen,’ suggereerde Karel.
‘Nou ja, die man weet toch wel dat hij op tijd moeten komen en als hem dat niet lukt dan is het toch meer dan fatsoenlijk dat je even belt.’
Karel knikte.
‘Helemaal met je eens. Maar ik zou dan nu toch maar even zijn vrouw bellen.’
‘Iemand zijn nummer?’ vroeg Joke.
Na enig gezoek hadden ze het privénummer van Daan gevonden.
‘Ja, u spreekt met Joke Dambert, we zijn in afwachting van Daan. Weet u waar hij is?’
Joke’s mond viel open van verbazing.
Ze keek de vergaderkamer rond.
‘Daan is vannacht niet thuis geweest. Volgens zijn vrouw is hij twee dagen met zijn collega’s op pad om de toekomst van de maatschap door te spreken.’
Lees hier aflevering 1 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 2 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 3 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 4 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 5 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 6 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 7 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 8 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 9 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 10 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 11 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap
Het vorige seizoen van ‘Rumoer in de maatschap’ is hier te bestellen.
Geef een reactie