De Staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, heeft de memorie van antwoord inzake de Wet deregulering arbeidsrelaties naar de Eerste Kamer gestuurd. Wiebes schrijft in de memorie dat hij er alle vertrouwen in heeft dat nog deze maand de eerste (voorbeeld)overeenkomsten kunnen worden gepubliceerd en dat de nieuwe systematiek op 1 januari 2016 kan draaien.
Met de Wet dererulering arbeidsrelaties wordt de VAR vervangen. Het wetsvoorstel is nodig om de balans in de verantwoordelijkheden van opdrachtgever en opdrachtnemer te herstellen en daarmee de handhavingsmogelijkheden te verbeteren. De huidige Verklaring arbeidsrelatie schiet volgens Wiebes hierin tekort.
De leden van de Eerste Kamer maken zich zorgen over de invoering van de wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA). Vooral de tijdsdruk en het zzp-beleid baart hun zorgen. Wiebes geeft in de memorie aan dat vanzelfsprekend is dat de overgang naar een nieuwe systematiek niet zonder hobbels is. En hoewel het er op dit moment de schijn van heeft dat er geen voortgang wordt geboekt, heeft Wiebes er alle vertrouwen in dat nog deze maand de eerste (voorbeeld)overeenkomsten kunnen worden gepubliceerd en dat de nieuwe systematiek op 1 januari 2016 kan draaien.
Ook valt in de memorie te lezen dat mocht het zich in bepaalde gevallen voordoen dat een sector of branche in een vergevorderd stadium van overleg is met de Belastingdienst over een te beoordelen (voorbeeld)overeenkomst, maar dit overleg op 1 januari 2016 nog (net) niet is afgerond, dan kan hier in de handhaving rekening mee worden gehouden. ‘In dat geval kan met de Belastingdienst worden afgesproken dat er lopende het beoordelingstraject van de (voorbeeld)overeenkomst gedurende enkele weken geen handhavingsmaatregelen met betrekking tot de bestaande overeenkomsten zullen worden getroffen. Door op deze wijze in de handhaving rekening te houden met de transitie zal de overgang naar het nieuwe regime soepel verlopen’, aldus de staatssecretaris.
De leden van de fractie van D66 hebben de minister gevraagd waarom de invoering van de DBA niet kan wachten op de nog op te stellen algemene maatregel van bestuur (AMvB). Wiebes: ‘De nog op te stellen AMvB heeft uitsluitend betrekking op de fictieve dienstbetrekkingen voor gelijkgestelden, thuiswerkers en artiesten en de artiestenregeling. Een concept van deze AMvB is als bijlage bij deze memorie gevoegd. De AMvB zal voor de inwerkingtreding van de maatregelen uit het wetsvoorstel worden vastgesteld’.
Geef een reactie