Volgens minister Robert Dijkgraaf van Onderwijs worden er zeven leerstoelen gefinancierd door het ministerie van Financiën. Minister Dijkgraaf laat onderzoeken welke hoogleraren door accountantskantoren en andere financiële dienstverleners worden gesponsord.
Dijkgraaf laat dit weten in antwoord op diverse Kamervragen. Om hoeveel personen het gaat is niet duidelijk, omdat de minister geen namen noemt. De leerstoelen die gefinancierd worden door het ministerie van Financiën zijn:
- Maatschappelijke en historische context van belastingrecht, Universiteit Leiden
- Indirect Tax, Universiteiten: VU, Tilburg, Maastricht en Leiden
- Tax & Technology, Universiteiten: VU, Tilburg en Maastricht
- Publiek Private Samenwerking, VU
- Publieke Inkoop, Universiteit Utrecht
- Effectiviteit van regelgevingsstrategieën, Universiteit Nyenrode
- Tax Assurance (Belastingrecht), Universiteit Tilburg
Op de vraag van het onafhankelijke Kamerlid Pieter Omzigt of de onderwijsinspectie handhavend kan optreden indien de regels over transparantie niet worden nageleefd, antwoordt minister Dijkgraaf dat de Inspectie van het onderwijs geen formele rol heeft ten aanzien van de normen uit de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit. Hij vindt deze casuïstiek zorgelijk, laat hij weten. Dijkgraaf noemt het van belang een beeld te krijgen van de effectiviteit, handhaving en naleving van de normen en zorgplichten over onafhankelijkheid en transparantie. Daarom zal hij met de opstellers van de gedragscode in overleg treden om deze normen in de loop van 2022 te laten evalueren door een onafhankelijke commissie. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie zal hij bezien of wettelijke verankering noodzakelijk is.
Overzicht volgt
Dijkgraaf laat ook weten dat hij in gesprek is met de koepel van Universiteiten van Nederland om een overzicht te krijgen van alle hoogleraren en/of leerstoelen die mede gefinancierd zijn uit publieke middelen. Hij zal daarin de vraag meenemen om ten aanzien van de leerstoelen in het belastingrecht en de accountancy helderheid te verschaffen. De minister ziet geen aanleiding van de financiering van hoogleraren en/of leerstoelen op een andere manier te organiseren.
Vennootschapsbelasting
Omzigt wilde ook van de minister weten of ‘de grote academische aandacht voor de vennootschapsbelasting ‘(in vergelijking met bijvoorbeeld toeslagen) en het vestigingsklimaat enige relatie zou kunnen hebben met de financiers van de leerstoelen. Dijkgraaf laat weten dat hij deze vraag niet kan beantwoorden. ‘Als het klopt dat er relatief veel aandacht is voor de vennootschapsbelasting en het internationale belastingrecht kan dit bijvoorbeeld ook andere oorzaken hebben, zoals de complexiteit van deze onderdelen van het belastingrecht.’
Zorgelijk
Dijkgraaf vindt de ontwikkeling zorgelijk dat sommige faculteiten meer bijzondere hoogleraren hebben dan gewone hoogleraren. Dat maakt het beoefenen van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van onafhankelijk wetenschappelijk onderwijs binnen die faculteiten kwetsbaar, aldus de minister, die zegt bereid te zijn hierover het gesprek met de sector te voeren. Maar de meerwaarde van de bijzondere leerstoel moet niet op voorhand overboord worden weggegooid, meent hij in een antwoord op vragen van SP-Kamerleden Jasper van Dijk en Peter Kwint over gesponsorde hoogleraren
Download hier de Kamervragen en antwoorden van minister Dijkgraaf.
Geef een reactie