Het is aan te raden om vanaf het kalenderjaar 2025 de verschillende ingangsdata van de oudedagsvoorzieningen in de BV scherp op het netvlies te hebben, zegt Kees Beishuizen in deze bijdrage. Het missen van een ingangsdatum kan als gevolg van de Fiscale Verzamelwet 2025 grote gevolgen hebben.
De Fiod heeft afgelopen week een inval gedaan basketbalclub Donar en de ex-penningmeester. Die laatste word onder meer verdacht van btw-fraude.
Marnix Veldhuijzen is per januari managing partner Netherlands bij advocatenkantoor Dentons. Veldhuijzen is advocaat en belastingadviseur en sinds 2017 aan Dentons verbonden als partner in de fiscale adviespraktijk.
Heerke Kooistra, de voormalige eigenaar van Big Bazar, moet als het aan Justitie ligt een jaar de cel in vanwege onder andere een slechte administratie. De verdachte wijst zelf vooral naar zijn boekhouder als schuldige.
De bijtelling is een percentage van de cataloguswaarde van de auto. In 2025 zijn er twee tarieven voor de bijtelling: 17% en 22%.
Een inspecteur heeft terecht voorkoming van dubbele belasting geboden voor de helft van de plaatsingspremie die een profvoetballer ontving voor het behalen van de volgende speelronde in een Europees toernooi, oordeelt de rechtbank Noord-Holland.
In speciale gevallen kunnen ondernemers toch gebruikmaken van de geruisloze terugkeerregeling. Zij willen dan hun BV na ontbinding zelf voortzetten. Een van de voorwaarden is echter dat een verzoek hiertoe voor de ontbinding wordt gedaan.
De AADE, de Griekse belastingdienst, en het Griekse ministerie van Financiën binden de strijd aan met belastingontduiking. Over 4 jaar moet die met 40 procent zijn teruggebracht.
Een student die nog een voltijdsopleiding volgde heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de werkzaamheden als ondernemer in de bloemenhandel van zijn ouders heeft verricht, oordeelt gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
De jurisprudentie rondom de fiscale behandeling van cryptovaluta blijft volop in beweging. Het Gerechtshof Amsterdam heeft in november 2024 een opvallende uitspraak gedaan over de vraag of de onduidelijke civielrechtelijke kwalificatie van cryptovaluta van invloed is op de vraag of deze tot de rendementsgrondslag van box 3 behoren.
