Staatssecretaris Jette Klijnsma van SZW heeft het aangepaste ontwerpbesluit verbeterde premieregeling gepubliceerd. Het aangepaste conceptbesluit biedt onder meer aan pensioenuitvoerders die alleen een vast pensioen aanbieden, tot uiterlijk 1 januari 2018 de tijd om de afbouw van het beleggingsrisico af te stemmen op een variabel pensioen indien de deelnemer de voorkeur daarvoor in de opbouwfase kenbaar heeft gemaakt.
In het aangepaste ontwerpbesluit is onder meer het overgangsrecht aangevuld (artikel I, onderdeel H). Dit artikel bepaalt onder meer dat de verplichting om het opgebouwde kapitaal in de opbouwfase volgens het life cycle principe te beleggen, uiterlijk 1 januari 2018 zal gaan gelden voor vrijwillige premieregelingen die door pensioenfondsen worden uitgevoerd als aanvullende voorziening (excedent-regeling) bovenop een basisregeling met het karakter van een uitkeringsovereenkomst. Zij krijgen hiermee voldoende tijd om het huidige beleggingsbeleid om te vormen.
Voor de verplichting voor verzekeraars en premiepensioeninstellingen om voor hun toedelingskring(en) een risicohouding vast te leggen en hun strategische beleggingsbeleid daarop te baseren, bevat het aangepaste conceptbesluit dezelfde uitgestelde werking.
Afbouw beleggingsrisico
Het aangepaste conceptbesluit biedt aan pensioenuitvoerders die alleen een vast pensioen aanbieden, tot uiterlijk 1 januari 2018 de tijd om de afbouw van het beleggingsrisico af te stemmen op een variabel pensioen indien de deelnemer de voorkeur daarvoor in de opbouwfase kenbaar heeft gemaakt.
Tijdelijke regeling
Het aangepaste conceptbesluit bevat verder een vereenvoudigde tijdelijke regeling voor de wijze waarop pensioenuitvoerders hun deelnemers moeten informeren over de verwachte hoogte van hun pensioen en de daaraan verbonden risico’s. Pensioenuitvoerders moeten de informatie baseren op drie door DNB vast te stellen economische scenario’s.
De tijdelijke regeling zal gelden tot de invoering van de uniforme rekenmethodiek, in de loop van 2017. Met deze vereenvoudiging is gewaarborgd dat alle pensioenuitvoerders de tijdelijke regeling op 1 juli a.s. direct kunnen uitvoeren, aldus Klijnsma.
Het conceptbesluit is ook aangepast aan de tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel verbeterde premieregeling en het amendement van Aukje de Vries. En tevens op enkele meer technische aspecten.
Om variabele pensioenen mogelijk te maken voor netto pensioenregelingen die door pensioenfondsen worden uitgevoerd, zullen de voorwaarden voor deze pensioenregelingen eveneens worden aangepast, zo meldt de staatssecretaris. Dit gebeurt via een aparte algemene maatregel van bestuur (amvb).
Geef een reactie