Het komende kabinet zou meer evenwicht moeten aanbrengen tussen de levensverwachting en de AOW-leeftijd. De stijging in levensverwachting zou niet alleen moeten doorwerken in een langere arbeidscarrière, maar ook in een langere pensioenperiode. Dat betogen drie onderzoekers van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (Nidi) in de Volkskrant.
De drie zijn Harry van Dalen (hoogleraar economie aan het Nidi en aan Tilburg University), Kène Henkens (hoogleraar Veroudering, pensioen en levensloop bij UMCG Groningen en hoofd werk en pensioen bij Nidi) en Joop de Beer (hoofd vergrijzing en levensduur van het Nidi). Zij vinden de geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd tot boven de 70 jaar onevenwichtig, waardoor de balans tussen werk- en pensioenjaren uit het lood wordt geslagen.
Onderbelicht principe
“Omdat we steeds ouder worden is er veel voor te zeggen dat de AOW-leeftijd toeneemt. Als de AOW-leeftijd teruggebracht zou worden tot 65 jaar, zouden generaties die nu de arbeidsmarkt betreden meer dan 30 jaar van hun AOW kunnen genieten. Dan zou de verhouding tussen het aantal AOW-jaren en het aantal arbeidsjaren wel erg scheef komen te liggen.” Maar de koppeling tussen langer leven en langer werken is gebaseerd op een principe dat onderbelicht blijft, aldus de onderzoekers. “Met het huidige principe – het aantal AOW-jaren blijft constant – is het kabinet vervallen in het andere uiterste: de AOW-leeftijd neemt even snel toe als de levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De winst in levensverwachting dient dus volledig te worden besteed aan een verlenging van de arbeidsloopbaan, terwijl er geen winst overblijft voor het aantal jaren dat men AOW-ontvangt.” Dat legt een disproportionele doorwerklast neer bij de werkende generaties van nu en in de toekomst.
Compromis
Als compromis zou de huidige verhouding tussen het aantal AOW-jaren en het aantal werkjaren als basis voor de koppeling kunnen worden genomen. “Op die manier garandeer je dat wanneer de levensverwachting stijgt de toename niet alleen doorwerkt in een langere arbeidscarrière maar ook in een langere pensioenperiode. Uit berekeningen van het NIDI blijkt dat dan de AOW-leeftijd veel gematigder stijgt. Om een voorbeeld te geven, voor mensen die in 1975 zijn geboren zou de AOW-leeftijd dan uitkomen op 68 jaar in plaats van 70 jaar, als de huidige wet gevolgd wordt.”
De financiële consequenties zijn beperkt, zeggen de onderzoekers: “Het aantal AOW’ers zal in 2060 3,8 miljoen zijn in plaats van de 3,5 miljoen die nu verwacht worden. Ter vergelijking: als de regering de AOW-leeftijd op 65 had gehouden zou Nederland in 2060 4,8 miljoen AOW’ers tellen.”
Geef een reactie