
De afspraken tussen werkgever en pensioenuitvoerder liggen vast in de uitvoeringsovereenkomst. Voordat de werkgever overgaat tot het opzeggen van deze overeenkomst, om de pensioenovereenkomst bij een andere uitvoerder onder te brengen, doet hij er goed aan om alle gevolgen van deze opzegging goed te doorgronden. Zeker indien er sprake is van één of meer zieke werknemers die mogelijk te zijner tijd arbeidsongeschikt in de zin van de WIA blijken te zijn.
Indien een werkgever onder de werkingssfeer van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds valt, liggen de afspraken tussen werkgever en de uitvoerder vast in het uitvoeringsreglement. Indien sprake is van een vrijwillige aansluiting bij een pensioenfonds is sprake van een uitvoeringsovereenkomst welke door de werkgever na afloop van de looptijd kan worden opgezegd. Het is dan enerzijds zaak om goed na te gaan of deze opzegging tot gevolg heeft dat de werkgever een koopsom voor het verzekeringstechnische nadeel verschuldigd is. Maar ook om na te gaan welke voorwaarden gelden voor het (alsnog) toekennen van premievrijstelling aan werknemers die wel al ziek zijn maar nog niet arbeidsongeschikt.
De feiten
De uitspraak van rechtbank Den Haag van 19 oktober 2021 (RBDHA:2021:15661) gaat over een werkgever die aangesloten was bij een vrijwillig bedrijfstakpensioenfonds. Onderdeel van de laatst gesloten uitvoeringsovereenkomst is het pensioenreglement 2013.
Ten aanzien van het onderwerp “premievrije deelneming bij arbeidsongeschiktheid” is in het pensioenreglement het volgende opgenomen: “De deelnemer die vanaf 1 januari 2015 tenminste 35% arbeidsongeschikt is en een WIA-uitkering ontvangt, heeft recht op (gedeeltelijke) voortzetting van het deelnemerschap aan deze pensioenregeling zonder dat daarvoor premie verschuldigd is en in zoverre de arbeidsongeschiktheid is ontstaan tijdens het deelnemerschap.”
In het pensioenreglement is verder bepaald dat het deelnemerschap eindigt indien de onderneming waar de deelnemer werkzaam is, niet langer een aangesloten werkgever is bij het pensioenfonds. Tenzij de deelname vanwege arbeidsongeschiktheid wordt voortgezet.
Opzegging
Na de ontvangst van de opzegging door de werkgever, bevestigt het pensioenfonds de opzegging en maakt het de werkgever erop attent dat de risicoverzekeringen voor overlijden en voor arbeidsongeschiktheid zullen vervallen en dat de werknemers niet meer verzekerd zijn voor de financiële gevolgen van overlijden en arbeidsongeschiktheid. Naar aanleiding van deze brief vordert de werkgever van het pensioenfonds dat ze gehouden is om de thans zieke werknemers, na afloop van de geldende wachttijd voor de WIA, alsnog premievrije opbouw toe te kennen. Een belangrijk onderdeel van de argumentatie van de werkgever is het “Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen”. En dat er door de werkgever voor dit risico premies zijn voldaan.
Het verweer van het pensioenfonds is dat uit het pensioenreglement volgt dat de betreffende werknemer moet voldoen aan twee voorwaarden, te weten zowel de eerste ziektedag als de toekenning van de WIA-uitkering moet liggen tijdens de periode van deelname. En dat is hier niet het geval. Verder is het aangehaalde convenant niet verplicht omdat het geen rechtstreekse werking heeft. Het pensioenfonds heeft zich nooit geconformeerd aan het convenant. Ten aanzien van de premiebetaling beargumenteert het fonds dat deze ziet op het inlooprisico en niet op het uitlooprisico.
Oordeel rechtbank
Rechtbank Den Haag veegt alle argumenten van de werkgever van tafel en oordeelt ten gunste van het pensioenfonds. De afspraken in zowel de uitvoeringsovereenkomst als het pensioenreglement worden netjes door het pensioenfonds gevolgd, en het convenant is nooit door het fonds onderdeel gemaakt van de afspraken, met als gevolg dat de betreffende werknemers geen aanspraak kunnen maken op enige vorm van premievrije pensioenopbouw bij het fonds. De rechtbank merkt de betaalde premie aan voor de periode dat de werknemers deelnemer waren en niet voor de periode hierna.
Conclusie
Het opzeggen van een uitvoeringsovereenkomst behelst meer dan enkel het sturen van een schriftelijke opzegging. Voordat hiertoe besloten wordt, zal nagegaan moeten worden hoe de betreffende uitvoerder omgaat met de toekomstige arbeidsongeschiktheid van zieke werknemers. De aanname dat de uitvoerder zich wel zal conformeren aan het genoemde convenant komt voor rekening van de werkgever. De betreffende werknemers zullen door de nieuwe uitvoerder uitgesloten worden voor premievrijstelling met als gevolg dat de werkgever gaat opdraaien voor de premie voor deze zieke werknemers.
Paul van Ravenzwaaij MPLA is pensioendeskundige en verbonden aan Pellicaan Advocaten
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie