We moeten niet te licht denken over ondernemers die pensioengeld hebben ingezet om hun bedrijf te redden, zegt Jan Wietsma, mede-eigenaar van MKB-kredietcoach en MKB-herstructureringscoach. ‘Ondernemers hebben daarmee hun pensioenhorizon stevig verlegd. Daar moet je als adviseur iets mee.’ Sowieso verdient de oude dag een prominentere plek in het gesprek.
Je kon het in alle kranten en vakbladen lezen: ondernemers die alles deden om hun onderneming maar te redden. Spaargeld opofferden dat eigenlijk voor ‘later’ bestemd was, een extra hypotheek op woning of bedrijfspand vestigden die eigenlijk als vermogensopbouw voor ‘later’ bedoeld was. Jan Wietsma, eigenaar van MKB-kredietcoach en WHOA-expert, vindt dat een begrijpelijke reflex, maar het is wel aan de adviseur om de ondernemer er goed in te begeleiden. ‘Ik denk dat sommige ondernemers er beter aan gedaan hadden om eerder te stoppen.’
Wordt dat gesprek gevoerd?
‘Nee, dat is het hem juist. Uit onderzoek van de Kamer van Koophandel blijkt dat het merendeel van de gesprekken tussen ondernemers en adviseurs überhaupt niet over de pensioenvoorziening of de lange termijn gaat. Ik denk dat veel ondernemers de inzet van spaargeld of andere pensioenpotten helemaal niet op die manier hebben besproken met hun adviseur. Dat komt ook omdat je in de beginfase van zo’n crisis niet weet hoe lang het duurt. Een paar maanden overbruggen, vooruit. Maar het stapelt zich op. Met als gevolg dat iemand die op z’n zestigste met pensioen wilde, nu misschien wel zeven jaar langer door moet.’
Voor wie dat met een levensvatbaar bedrijf en een energieke geest doet, is dat prima, zegt Wietsma. Maar er is ook een categorie ondernemers, die door is gegaan en eigen geld heeft ingezet terwijl ze er beter aan hadden gedaan te stoppen. ‘Als het bedrijf dan alsnog sneuvelt is dat extra wrang, ze zijn dan alles kwijt.’
Je moet als adviseur tijdig het gesprek met de ondernemer aangaan of het wel de moeite waard is om bijvoorbeeld spaargeld aan te breken, zegt Wietsma. ‘Kan de ondernemer het bedrijf nog jarenlang voortzetten en nog een redelijk pensioen ‘terugverdienen’. Dat heeft niet alleen te maken met cijfertjes, maar ook met mentale weerbaarheid. Hoe eerder je signaleert dat er knelpunten zijn, hoe beter.’
Hoe ga je dat gesprek aan?
‘Door te zorgen dat alles op tafel kan komen. Niet altijd de focus houden: het komt wel weer goed. Daar is een zekere vorm van mensenkennis voor nodig. Heb je die zelf onvoldoende in huis, verwijs de ondernemer dan in ieder geval door naar bijvoorbeeld een Zwaar Weer-team van de Kamer van Koophandel. Ondernemers redeneren vaak: als ik stop ben ik alles kwijt, maar stoppen kan juist ook een goed idee zijn. Laat de ondernemer dat verhaal maar vertellen en kom niet te snel met oplossingen. Je hoeft echt niet de psycholoog uit te hangen, maar het is wel handig om iets te begrijpen van ondernemersgedrag in stressvolle situaties. Die stress moet je echt onderkennen, want anders is je advies in negen van de tien gevallen fout.’
Speelt de leeftijd van de ondernemer daarin een rol?
‘Vooral de levensfase. Ik ken zestigers die full spirit doorgaan, maar ook mensen van 35 die nog nooit een tegenslag hadden meegemaakt en het nu ineens voor de kiezen krijgen en het niet trekken. Of ondernemers met een kostbaar gezinsleven, die nu geld nodig hebben en voor wie inkomenszekerheid heel belangrijk is. Dat is ook weer anders dan de ondernemer die alleen zichzelf hoeft te bedruipen.’
Zou deze crisis een wake up call voor pensioen kunnen zijn?
‘Het zou in ieder geval heel verstandig zijn om het vanaf nu beter te regelen. Veel zzp’ers hebben straks niets anders dan hun AOW. Voor zowel de IB-ondernemer als de DGA geldt dat wegstorten de beste optie is, dan weet je zeker dat het geld er is wanneer je met pensioen gaat. Het is aan een pensioenadviseur om dan aan te geven wat voor de betreffende ondernemer het beste is. Hoeveel grip wil je houden? Wil je een deel achter de hand hebben? Dat kun je laten uitzoeken.
‘Maar heel simpel geldt: als je er niet bij kan, dan neem je het ook niet mee in je oplossingen. Dat blijkt ook uit de lessen van adviseur en auteur Femke Hogema. Zij legt in haar boeken uit dat we financieel altijd de beschikbare ruimte zullen benutten die er is. Zo zitten mensen en dus ook ondernemers in elkaar.’
En wat als de ondernemer dan komt klagen: had ik maar bij die ton gekund?
‘Je kunt er beter niet bij kunnen. Als je bedrijf niet meer levensvatbaar is, of alleen levensvatbaar na een herstructurering van schulden, dan moet je die route gaan kiezen. Daar zijn genoeg mogelijkheden voor zoals de WHOA, de Wet Homologatie Onderhands Akkoord, wat een heel aantrekkelijke route is. Wees dan wel zo slim om het pensioengeld niet op een spaarrekening in privé te zetten, want dan is de kans groot dat het geld alsnog gebruikt moet worden voor het organiseren van een schuldenakkoord.’
Hoe nu verder?
‘Adviseurs zullen in gesprek moeten met ondernemers over hun nieuwe pensioenhorizon. Dat kunnen IB-ondernemers zijn die met spaargeld en een afgelost huis hun oude dag in wilden gaan en erachter komen dat dat helemaal niet kan. Daar moet een nieuw plan voor komen. En je hebt de DGA die met de BV een pensioenovereenkomst heeft gesloten. Die DGA moet langer door. Dat heeft ook fiscale consequenties. Dat geldt trouwens ook wanneer er sprake is van een stamrecht. We weten nog niet hoe inspecteurs daar mee om zullen gaan. Kortom, er is werk aan de winkel.’
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie