Bij de overgang naar nieuwe pensioenregelingen moeten we niet langer over maar vooral met werknemers praten, stelt Tim Burggraaf, associate partner bij EY. De werknemer kan meer vrijheid aan dan wij denken, maar moet wel ondersteund worden in het maken van persoonlijke keuzes. De werkgever speelt daarin een cruciale rol. ‘Jij bent een trusted other. Jou vertrouwen ze.’
Een paar jaar geleden besloot pensioenexpert Tim Burggraaf zijn kennis te verbreden door een tweejarige master Gedragswetenschappen te volgen. Want een goed pensioen heeft veel met gedrag te maken. ‘We hebben werknemers jarenlang verteld dat ze zich er niet mee moeten bemoeien. En nu ineens moeten ze keuzes maken. Dus er is wel een slag te maken. En daar heeft een werkgever een rol in.’
Zegt de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) iets over wat de werkgever moet doen?
‘Nee. De nieuwe wet zegt niet direct iets over wat de werkgever moet doen, wel indirect, namelijk over wat de pensioenuitvoerder voor hem moet doen. Als werkgever moet je je verantwoordelijkheid nemen aan de hand van de open norm “goed werkgeverschap”. In het verleden kon je zeggen dat goed werkgeverschap betekende dat je zorgde dat je werknemers een goed pensioen kregen. Maar daar ga je als werkgever niet meer over. De uitkomst is onzeker en het risico ligt bij de werknemer. Goed werkgeverschap verschuift dan naar zorgen dat die werknemer op de juiste manier met de risico’s omgaat en begeleid wordt in het maken van keuzes.’
Ben je daar hoopvol over, werknemers die keuzes maken?
‘Dat ligt eraan. We weten dat mensen vreselijk slecht zijn in het maken van financiële keuzes. Of je nu veel of weinig verdient of hoog of laag bent opgeleid. Dat heeft te maken met hoe ons brein werkt. Er is allerlei onderzoek dat dat ondersteunt. Als ik vraag: wil je veel risico lopen, dan zegt iemand “nee”. Vraag ik: wil je veel rendement, dan zegt iemand “ja”. Risico is eng, rendement is sexy. Maar het zijn precies dezelfde dingen. En daar zit ook de sleutel. Als werkgever moet je begrijpen dat de vraag die je stelt het antwoord bepaalt. In pensioenregelingen volgen mensen bijna standaard de default, het is dus van groot belang dat die goed staat afgesteld. Goed werkgeverschap betekent dat je daar over nadenkt.’
Burggraaf ziet bijvoorbeeld veel belang in het meer prikkelen van mensen en zo “gewenst gedrag” te triggeren. ‘Je zou een deel van de pensioeninleg vrijwillig kunnen maken. Dan hebben werknemers iets om over na te denken en raken ze vanzelf geïnteresseerd en betrokken. Maar we zijn zo gewend aan het verplichte karakter van pensioen dat de mindset is geworden dat we er zelf toch niets over te zeggen hebben. Werkgevers hebben vaak het gevoel dat als we het vrijwillig maken, dat werknemers dan voor extra nettoloon kiezen en al hun geld opmaken. Maar uit onze experimenten blijkt dat ze dat in heel veel gevallen helemaal niet doen.’
Waarom denken we dat dan allemaal, mijzelf incluis?
‘Je moet het je maar niet aantrekken, want we hebben er allemaal last van, maar dat noemen we de overconfidence-bias. We denken allemaal het heel goed te weten en zijn stellig overtuigd van onze mening, maar we hebben het niet uitgezocht. Zelfs als objectieve data niet overeenkomt met onze mening, interpreteert ons brein die data zo dat het toch bij ons beeld past.’
Maar jij hebt het uitgezocht neem ik aan?
‘Ik kan het hard maken. Bij zeven werkgevers heb ik gevraagd wat de werknemers liever hadden: tien procent extra pensioenpremie, of acht procent extra salaris. Dus iets minder nu, of iets meer later. Wat bleek: slechts een heel klein groepje koos voor het nu. Nog interessanter: dat was een vrij homogene groep, namelijk mensen die in ploegendienst werken. Zij zitten vaak niet in de ploegendienst omdat ze het zo leuk vinden, maar omdat het meer geld oplevert. Hun mindset is daardoor anders.
Tegen die werkgevers hebben wij vervolgens gezegd: je kunt prima gaan werken met een vrijwillige pensioenregeling, maar niet bij die specifieke groep zonder dat je daar specifieke extra waarborgen bij stelt. Dat is een manier om de norm goed werkgeverschap in te vullen. Aanvullend hebben we gezegd: als mensen kiezen voor salaris in plaats van het pensioen, dan moeten ze verplicht in gesprek met een financieel planner, hun keuze op papier zetten, laten ondertekenen door hun partner en persoonlijk inleveren bij de CFO. De gedragskundige barrières waren zo hoog, dat uiteindelijk bijna niemand het deed.’
Als mensen toch geen gebruik maken van eventuele vrijheden dan is een verplicht stelsel toch prima?
‘Aan de ene kant heb je gelijk, maar kúnnen kiezen heeft in zichzelf waarde. Nu worden mensen gedwongen. We zien dat ook bij flexibele arbeidsvoorwaarden. Als mensen een keuzepakket hebben, dan kiezen ze niet eens zoveel. Ze willen kunnen kiezen, maar doen het niet. Maar wie wél kiest doet het heel weloverwogen. Bovendien neemt het draagvlak van niet kunnen kiezen verder af. Als ik niets kan kiezen, waarom zou ik me er dan in verdiepen?’
Zo’n 1,4 miljoen Nederlandse werknemers neemt al jaren deel aan een premieregeling. Wat hebben we daarvan geleerd als het gaat om keuzes?
‘Erg weinig. De pensioenwereld was hier nog niet volwassen genoeg voor. We hebben lifecycles gemaakt en je mag bellen met vragen, maar niet te moeilijk graag. Dat was min of meer het idee. Ik vind het bijvoorbeeld schandalig dat een keuze als waardeoverdracht zonder advies kan plaatsvinden. Straks moeten pensioenuitvoerders een adequate keuzeondersteuning optuigen. De WTP schrijft een keuzebegeleidingsnorm voor. En dat is meer dan verwijzen naar de website met veel gestelde vragen.’
Heeft die norm echt zin of moet je het aanvullen met gericht advies zoals veel financieel planners ook betogen?
‘Er zijn gelukkig uitvoerders die naar een duurdere oplossing toewerken, zodat de keuzebegeleiding echt persoonlijker wordt en dat is hoopvol. De stap naar financiële planning is er een die op termijn gezet gaat worden, maar dat heeft tijd nodig. Twee problemen spelen een rol. De eerste is dat een planner geld kost en veel mensen vinden dat te duur. Die betaling zou de werkgever op zich kunnen nemen. Het tweede probleem is dat bij navraag bleek dat mensen wel begrijpen dat ze advies nodig hebben, maar dat ze niemand vertrouwen. Banken niet sinds de bankencrisis, verzekeraars niet sinds de woekerpolisaffaire, pensioenfondsen niet omdat ze niet indexeren en adviseurs niet omdat die alleen geld willen verdienen. Dat verlamt. Uit onderzoek dat ik zelf heb gedaan onder 700 mensen, blijkt echter dat degenen die wél advies hebben gevraagd, waren doorverwezen door iemand die ze vertrouwden. De vertrouwensas liep als het ware langs een ‘trusted other’. Voor vrouwen waren dat vaak de ouders en voor mannen de collega’s. Maar daarnaast waren het voor zowel mannen als vrouwen de werkgevers. Wanneer die zegt: ik heb een partij waar ik voor insta en die betaal ik voor je, dan is dat een mooie manier om goed werkgeverschap in te richten.’
Als het toch prutsers blijken te zijn, loop je wel risico
‘Ja dat klopt. Dat risico zit er altijd in. Daar is niks aan te doen, behalve zo’n partij goed in de gaten houden. Dat is weer de zorgplicht van de werkgever. Maar recht op financieel advies is een krachtige arbeidsvoorwaarde die ook door jongeren wordt gewaardeerd. En kostentechnisch staat het in geen verhouding tot bijvoorbeeld het aanbieden van een bonus.’
Als je dit leest als werkgever: wat kun je morgen al gaan doen?
‘Je moet in ieder geval niet wachten. Begin eens met vragen wat je mensen eigenlijk willen. Mijn ervaring is dat management dat vaak verkeerd inschat. Je moet de goede vragen stellen en heel goed luisteren. In deze tijd van inflatie kan goed werkgeverschap bijvoorbeeld ook betekenen dat je toestaat dat werknemers kiezen voor meer salaris. Die discussie heb ik nu met veel klanten. Moet je strak vasthouden aan het pensioen terwijl mensen nu geen boodschappen kunnen doen? Voer daar vooral een goed gesprek over.’
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Betty zegt
Goededag meneer Lakerman,
Zag vanochtend de uitzending van Ongehoord Nederland over het pensioenverzet. Ben blij dat dit aandacht krijg via de media. Waar u wellicht niet van op de hoogte ben is het volgende:
Er zijn duizenden vrouwen die geen pensioen hebben kunnen opbouwen. Deze gehuwde vrouwen werkte meestal in de detailhanden die waren aangesloten bij de DETAM.
Dit was een bedrijfsvereniging met name voor de detailhandel. Deze bedrijfsvereniging had gehuwde vrouwen uitgesloten om het opbouwen van pensioen pas in het jaar 2000 kon men er niet meer onderuit.
Ik heb daar destijds de rechter benaderd met een aantal andere vrouwen en is de eis op pensioen toegekend door de rechter. Het bedrijf was daar niet blij mee, in de detailhandel werken nu eenmaal veel vrouwen zowel part en full time Met als gevolg dat er duizenden vrouwen geen of een slecht pensioen hebben. Mijn toenmalige bedrijf regelde een outplacement. Waren zij van deze lastige vrouw af. Ben daarna bij andere retailbedrijven gaan werken die dat wel goed hadden geregeld en zelf heb geld opzij gezet.
De pensioen beheerders zijn zo rijk, dat ik vind dat zij met werkgevers moeten kijken om toch deze groep vrouwen alsnog te compenseren.
Heika Smook zegt
Ik heb zelf actie ondernomen en heb vanaf 1976 een reparatie van mijn pensioen. Als je zelf ook nog iets meebetaalde kreeg je meer, maar je had sowieso recht op reparatie. Ik werkte toen in deeltijd en dan mocht je als vrouw niet meedoen. Dat veranderde in 1992. Ik werkte in de salarisadministratie en kreeg daardoor meer onder de ogen vanuit de werkgeverskant. Je moest wel met bewijzen komen.