Een (voormalig) NBA-lid klopte vanaf 2004 herhaaldelijk aan bij het steunfonds van de NBA. Nadat zijn verzoeken waren afgewezen en nieuwe verzoeken niet meer in behandeling werden genomen, stapte hij naar de tuchtrechter. Zijn grieven richtten zich tegen stichtingsvoorzitter Jos van Huut.
Steunfonds sinds 1931
De Stichting Accountantsfonds, opgericht in 1931, heeft als doel leden en oud-leden van de Nba (en voorgangers) of hun nabestaanden te ondersteunen als zij in uitzonderlijk zorgelijke financiële omstandigheden verkeren. Naast de oorspronkelijke doelstelling van individuele steunverlening heeft de stichting vanaf begin 2013 als tweede doelstelling om de ontwikkeling van onderzoek- en educatieprogramma’s te subsidiëren. Deze programma’s moeten de invoering en naleving van adequate regelgeving, afgestemd op de beroepsuitoefening van accountants, bevorderen. Op deze manier kan het opgebouwde vermogen van de stichting mede worden aangewend ten gunste van het accountantsberoep in brede zin. De tweede doelstelling is sinds 2013 de facto de primaire doelstelling geworden. Door het bestuur zijn criteria voor steunverlening geformuleerd.
Tientallen verzoeken
Sinds 2004 diende iemand een groot aantal verzoeken tot steun in bij de stichting. Die werden al eerder afgewezen. Vanaf 2011 volgden nog eens twintig steunverzoeken. In 2013 schreef de voorzitter van het stichtingsbestuur aan de indiener: ‘Het bestuur is inmiddels – na overdracht van de noodzakelijke bescheiden – bekend met uw dossier en is bekend met het besluit van het vorige bestuur om geen aanvragen van u meer in behandeling te nemen. Uw brief d.d. 7 maart 2013 geeft het bestuur geen aanleiding om dit eerder ingenomen standpunt te herzien.’
‘Finale beslissing’
In 2015 deed de persoon in kwestie nog een aantal verzoeken tot financiële steun. Begin 2016 volgde een gesprek op het hoofdkantoor van de NBA. Het gesprek leverde voor het NBA-bestuur geen nieuwe inzichten op, waarna men per brief liet weten: ‘Het bestuur heeft (…) over uw steunverzoeken gesproken en geconcludeerd dat u niet in aanmerking komt voor financiële ondersteuning. De redenen voor de afwijzing zijn in de afgelopen jaren reeds diverse malen aan u medegedeeld. Zoals eerder aan u medegedeeld (…) betreft dit een finale beslissing van het bestuur. Verdere steunverzoeken van uw kant neemt het bestuur dientengevolge niet meer in behandeling.’
Klacht tegen voorzitter
De steunvrager diende daarop een klacht in bij de Accountantskamer tegen de voorzitter van het stichtingsbestuur. Hoewel deze in de geanonimiseerde uitspraak niet bij naam wordt genoemd kan iedereen op de website van de stichting zien dat het om Jos van Huut gaat. Van Huut, oud-partner en bestuurder van Mazars, oud-NBA-bestuurslid en oud-vice president van Accountancy Europe (AE), zou alle aanvragen om ondersteuning uit het fonds en om restitutie van de jaarlijkse bijdragen aan het fonds niet hebben onderzocht of niet in behandeling hebben genomen danwel aanvragen hebben afgewezen. Een tweede verwijt luidde dat de voorzitter middelen van de stichting in samenspanning met overige bestuursleden zou hebben verduisterd.
Niet-ontvankelijk en niet gegrond
Afgelopen vrijdag deed de Accountantskamer uitspraak. Die stelde allereerst vast dat een deel van de verwijten te oud was en dat deze daarom niet ontvankelijk waren. De Accountantskamer concludeerde voorts dat in de klacht niet wordt geconcretiseerd noch onderbouwd voor welk individueel handelen of nalaten van betrokkene binnen het bestuur een tuchtrechtelijke maatregel wordt gevraagd. ‘Niet gesteld of gebleken is dat betrokkene persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Daarom is de tegen betrokkene ingediende klacht over de steunverzoeken (voor zover ontvankelijk) ongegrond.’ De klacht dat de voorzitter steunverzoeken doelbewust niet heeft onderzocht, niet in behandeling heeft genomen of niet heeft behandeld, is niet onderbouwd en daarom ongegrond.
Klager had nooit recht op steun
Om voor steun in aanmerking te komen moet sprake zijn van uitzonderlijk zorgelijke financiële omstandigheden. Hiervan was geen sprake, vindt de Accountantskamer. ‘Omdat klager, samengevat weergegeven, nog mogelijkheden had om zelf liquiditeiten te realiseren, hij schuldposities maandelijks afloste en legaten en erfenissen verwachtte waarop een voorschot zou kunnen worden genomen, was honorering van klagers verzoek niet aan de orde.’
Verduistering en samenspanning
De klager vond dat ‘uitbetaling door het bestuur van bedragen voor de ontwikkeling van onderzoeks- en educatieprogramma’s bij de liquidatie van het fonds’ als verduistering konden worden gekwalificeerd. Het ‘niet vrijgeven door betrokkene van de namen van de leden van het bestuur’ beschouwde hij als samenspanning. Hoewel deze aanklachten verder niet werden toegelicht noch onderbouwd, verweerde de voorzitter zich er wel tegen. Hij zei, onder verwijzing naar de website van de stichting, dat de stichting de laatste jaren vele onderzoeks- en educatieprogramma’s heeft gesubsidieerd en hij heeft naar voren gebracht dat de stichtingsgelden conform de in 2013 aangevulde/gewijzigde doelstelling zijn besteed. Enige weerspreking hiervan is door klager achterwege gelaten. Van een aan betrokkene te maken tuchtrechtelijk verwijt op grond van verduistering, al dan niet in samenspanning, is dan ook op geen enkele wijze gebleken.
Lees hier uitspraak 20-340.
Geef een reactie