Een werknemer heeft schade geleden door gemiste vrije tijd en ontvangt daarom een schadevergoeding. Is terecht loonheffing ingehouden op deze schadevergoeding?
De schadevergoeding van een politiemedewerker in verband met ten onrechte geweigerde ontheffing van werkzaamheden in het kader van de remplaçantenregeling is loon, oordeelt de rechtbank Gelderland. Er bestaat een causaal verband tussen de toegekende schadevergoeding en de (voormalige) dienstbetrekking van de werknemer.
De man werkt tot zijn AOW-gerechtigde leeftijd bij de politie. In 2016 heeft hij aan zijn toenmalige werkgever (de werkgever) verzocht om ontheffing van de werkzaamheden op grond van de zogenoemde remplaçantenregeling. Die regeling gaf recht op ontheffing van werkzaamheden gedurende een periode van 18 maanden onder gelijktijdige doorbetaling van de bezoldiging. De werkgever heeft dit verzoek eerst afgewezen. Toen het verzoek later alsnog werd ingewilligd kon de werknemer voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd nog maar 14,5 maanden worden ontheven van werkzaamheden.
Schade door gemiste vrije tijd
De Centrale Raad van beroep heeft bij uitspraak van 18 juli 2019 geoordeeld dat de werknemer schade heeft geleden door gemiste vrije tijd waarbij de schade forfaitair is begroot op een bedrag van € 1.750 (€ 500 per maand gemiste vrije tijd). De werkgever is veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding.
De schadevergoeding is door de werkgever gekwalificeerd als belast loon. De schadevergoeding is aan de werknemer uitgekeerd in het loontijdvak september 2019, onder inhouding van loonheffing.
Terecht loonheffing ingehouden op schadevergoeding?
In geschil is of op de schadevergoeding terecht € 666,75 aan loonheffing is ingehouden. Meer specifiek is in geschil of sprake is van loon uit (vroegere) dienstbetrekking, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB).
Werknemer: geen belast loon
De werknemer heeft zich op het standpunt gesteld dat de schadevergoeding niet tot het belaste loon behoort, omdat de vergoeding haar oorsprong vindt in het bestuursrecht en omdat het een forfaitair bedrag is dat niet is gerelateerd aan de hoogte van het salaris. Daarom ontbreekt volgens de werknemer het verband met de dienstbetrekking.
Inspecteur: belastbaar loon
De inspecteur van de Belastingdienst is van mening dat terecht inhouding van loonheffing heeft plaatsgevonden, omdat de schadevergoeding uit de vroegere dienstbetrekking voortvloeit en om die reden tot het belastbare loon in de zin van artikel 10 van de Wet LB behoort.
Wat oordeelt de rechtbank?
Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Wet LB is loon al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten, daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking.
Causaal verband
De rechtbank is van oordeel dat er een causaal verband bestaat tussen de toegekende schadevergoeding en de (voormalige) dienstbetrekking van eiser. Zonder de dienstbetrekking zou eiser geen recht hebben gehad op de remplaçantenregeling en de schadevergoeding toen bleek dat de werkgever eiser ten onrechte niet had ontheven van werkzaamheden.
Vergoeding in de loonsfeer
Dat de schadevergoeding niet direct is gerelateerd aan arbeidsprestaties, maakt niet dat geen sprake is van loon uit dienstbetrekking, aangezien uitsluitend maatgevend is of de vergoeding is opgekomen in de loonsfeer. Dat laatste is hier het geval.
Uitspraak Rechtbank Gelderland, 7 december 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6513
G Timmerman zegt
U snap ik ineens waarom -vroeger- het salaris van Kamerleden en dergelijke politici ook wel “schadeloosstelling” werd genoemd. Dat was dus omdat ze hun vrije tijd misten als ze werkten.