
Het Haagse BAAK belastingadviseurs en vastgoedaccountants heeft onlangs bakzeil gehaald bij de rechtbank Noord-Holland met vorderingen richting twee klanten die deel uitmaken van hetzelfde concern. De rechtbank oordeelt in de dinsdag gepubliceerde uitspraken dat de werkzaamheden door het kantoor ten onrechte zijn opgeschort en er geen grondslag is voor het in rekening brengen van toekomstige werkzaamheden. In beide rechtszaken wordt de vordering wegens verrichte en te verrichten fiscale werkzaamheden en accountantswerkzaamheden afgewezen.
Onbetaalde facturen
BAAK had een zaak aangespannen over betaling van twee op 6 oktober 2021 gedateerde facturen tegen het in Amsterdam actieve TREK OG BV, dat zich bezighoudt met het beheren en verhuren van vastgoed en met de verkoop daarvan. Een tweede zaak tegen TREK Human Capital BV ging over betaling van een factuur, van dezelfde datum. Beide bedrijven maken deel uit van een structuur van vennootschappen, waaronder Kess Corporation NV.
Verdediging
De verdediging stelde zich onder meer op het standpunt dat BAAK de werkzaamheden zoals vermeld op de facturen niet had afgemaakt, waardoor TREK OG niets aan deze werkzaamheden heeft gehad. Nadat BAAK met de aan TREK OG en TREK Human Capital gelieerde vennootschap Kess Corporation NV discussie had gekregen over in opdracht van die vennootschap verrichte werkzaamheden en de daarvoor gefactureerde bedragen, is BAAK namelijk (zoals meegedeeld in haar e-mail van 10 september 2021) gestopt met haar werkzaamheden voor de beide bedrijven. TREK OG had op dat moment geen betalingsachterstanden. TREK OG en TREK HC hebben een andere accountant moeten inschakelen om de stukken over het boekjaar 2020 te maken. Die accountant heeft al het werk opnieuw moeten doen, omdat hij met cijfers van een andere accountant niet kon werken. Overigens heeft BAAK nooit toestemming gegeven om de door haar verwerkte gegevens door de opvolger te laten gebruiken, voerde de verdediging aan.
Oordeel rechtbank: opschorting werkzaamheden
De rechtbank komt in beide gevallen tot het oordeel dat BAAK niet gerechtigd was haar werkzaamheden op te schorten. BAAK heeft voor het niet afmaken van de werkzaamheden voor TREK HC als reden aangevoerd dat zij haar werkzaamheden bij brief van 10 september 2021 heeft opgeschort, omdat met TREK HC gelieerde vennootschappen (waaronder Kess) in verzuim waren met de betaling van door BAAK toegezonden facturen. Gesteld noch gebleken is dat TREK HC op 10 september 2021 zelf een betalingsachterstand had, constateert de rechtbank.
Gelet op het bepaalde in artikel 13 van de algemene voorwaarden, is BAAK bevoegd de nakoming van haar verplichtingen op te schorten tot op het moment dat alle opeisbare vorderingen op de opdrachtgever volledig zijn voldaan. Aangezien met betrekking tot de op 6 oktober 2021 gefactureerde werkzaamheden TREK HC (en dus niet de aan TREK HC gelieerde vennootschappen) de opdrachtgever van BAAK is, was BAAK slechts bevoegd haar werkzaamheden op te schorten als op 10 september 2021 sprake zou zijn geweest van betalingsverzuim van TREK HC. Dat was zoals hiervoor overwogen niet het geval. BAAK was dus niet gerechtigd haar werkzaamheden voor TREK HC op te schorten.
Ook met betrekking tot TREK OG wordt geconcludeerd dat er geen sprake was van betalingsverzuim en dat BAAK aldus niet gerechtigd was haar werkzaamheden op te schorten.
Facturatie nog te verrichten werkzaamheden
Met betrekking tot zowel TREK OG als HC wordt daarnaast geoordeeld dat voor zover het bij de factuur van 6 oktober 2021 in rekening gebrachte bedrag in het vierde kwartaal van 2021 nog te verrichten werkzaamheden betreft, dit eveneens zal worden afgewezen. Er is geen grondslag om na de opschorting van de werkzaamheden (die bovendien ten onrechte heeft plaatsgevonden) een bedrag in rekening te brengen voor werkzaamheden die nog niet zijn uitgevoerd. Weliswaar heeft BAAK ter zitting gesteld dat zij op grond van het bepaalde in artikel 9.5 in combinatie met artikel 8.3 van de algemene voorwaarden gerechtigd is toekomstige werkzaamheden in rekening te brengen, maar de kantonrechter verwerpt dat standpunt. In die artikelen staat niet dat nog niet verrichte werkzaamheden al gefactureerd mogen worden. Artikel 8.3. gaat over het in rekening brengen van een voorschot. Uit de factuur van 6 oktober 2021 blijkt niet dat van een voorschot sprake is. Evenmin is sprake van het verlangen van zekerheidstelling zoals bedoeld in artikel 9.5, waarbij komt dat TREK HC niet met betaling van eerdere facturen in verzuim was.
De rechtbank wijst de vorderingen van BAAK af.
Rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2023:756&ECLI:NL:RBNHO:2023:757
Geef een antwoord