De Kamer constateert dat er door de opheffing van het handhavingsmoratorium veel onrust is ontstaan onder zzp’ers en opdrachtgevers. Veel opdrachtgevers zien hierdoor nu al preventief af van samenwerking met zzp’ers, terwijl dat wettelijk gezien niet nodig is. De Kamer wil dat het kabinet de rust herstelt door voor een ‘zachtere landing’ te kiezen.
Risicogericht
De oplossing die de Kamer voorstelt is dat de belastingdienst voorlopig, voor in ieder geval één jaar, risicogericht gaat handhaven, waarbij de focus moet liggen op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratieconstructies, en door naheffingen op te leggen bij deze probleemgevallen. In de overige gevallen moet de fiscus bij de keuze van inzet van handhavingsinstrumenten, waaronder een waarschuwing vooraf, zo veel als mogelijk, rekening houden met ‘de menselijke maat en maatwerk’.
Coulant
Een andere aangenomen motie verzoekt de regering in de handhaving coulant om te gaan met onbewust onbekwame zelfstandigen en niet direct over te gaan tot het opleggen van boetes bij deze categorie opdrachtgevers en opdrachtnemers, de toepassing hiervan te monitoren en de Kamer halfjaarlijks over de resultaten hiervan te informeren.
Maar niet bij de overheid
Ook een motie van de PVV werd aangenomen. Die roept de regering op per 1 januari geen schijnzelfstandigen meer te contracteren bij de overheid. In een antwoord op Kamervragen meldde minister Idsinga dat overheid meer dan 1.000 schijnzelfstandigen in dienst heeft, waarvan 759 binnen Toeslagen en 756 specifiek bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Volgens de aangenomen motie heeft de rijksoverheid ‘een voorbeeldfunctie’ in het bevorderen van eerlijke arbeidsrelaties en echte zzp’ers bijdragen aan de flexibiliteit en kwaliteit van de rijksdienst.
Geef een reactie