De Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht (GCV) heeft advies uitgebracht over het consultatievoorstel voor de implementatiewet wettelijke controles jaarrekeningen. De Commissie vindt dat de bevoegdheid van de AFM om een beroepsverbod op te leggen aan betrokkenen bij de uitvoering van een wettelijke controle of personen die het dagelijks beleid van een Organisatie van Openbaar Belang (OOB) bepalen erg ver gaan.
De Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht (GCV) heeft, namens de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), advies uitgebracht over het consultatievoorstel voor de implementatiewet wettelijke controles jaarrekeningen. Het voorstel geeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de bevoegdheid een beroepsverbod op te leggen bij overtreding van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Wet op het accountantsberoep of de audit-verordening. De AFM mag volgens het consultatievoorstel een verbod van maximaal drie jaar opleggen aan betrokkenen bij de uitvoering van een wettelijke controle of personen die het dagelijks beleid van een Organisatie van Openbaar Belang (OOB) bepalen.
De GVC vindt dat de bevoegdheid van de AFM erg ver gaat. ‘Dat geldt ten eerste ten aanzien van, kort gezegd, het verbod voor betrokkenen bij de uitvoering van een wettelijke controle om een functie te bekleden bij een accountantsorganisatie of een OOB. Naar het GCV voorkomt is het thans voor de AFM niet mogelijk om rechtstreeks jegens dergelijke personen een verbod op te leggen om een functie te bekleden bij een accountantsorganisaties of een OOB.’
Een tweede reden waarom de bevoegdheid volgens de GCV een verstrekkende is, houdt ermee verband dat deze zich ook uitstrekt tot het opleggen van het beroepsverbod aan dagelijks beleidsbepalers bij een OOB. ‘Waar van accountantsorganisaties nog kan worden verdedigd dat dit onder toezicht staande instellingen zijn waardoor het opleggen van een rechtstreeks verbod door de AFM tot het bekleden van functie bij een dergelijke organisatie wellicht nog verdedigbaar is, geldt voor OOB’s niet – althans niet per definitie – dat dit onder toezicht staande instellingen zijn. Met de bevoegdheid zoals thans voorgesteld wordt aan de AFM een bevoegdheid toegekend die ertoe leidt dat – weliswaar voorlopig, doch – rechtstreeks een aanwijzing kan worden opgelegd die ingrijpt in interne verhoudingen binnen dergelijke, niet (per definitie) onder toezicht staande organisaties.’
Geef een reactie