Goed nieuws voor werknemers: door lagere belastingen gaat vrijwel heel werkend Nederland er dit jaar op vooruit. Slecht nieuws voor werkgevers: de lasten stijgen in 2016. In het algemeen zijn werkgevers meer kwijt aan premies voor werknemersverzekeringen dan vorig jaar. Dit blijkt uit berekeningen die HR- en salarisdienstverlener ADP uitvoerde op basis van de belastingtarieven, pensioenpremies en andere premies en heffingen van 2016.
Dat de meeste werknemers in 2016 onder de streep een hoger bedrag overhouden, heeft drie oorzaken. Allereerst daalt het belastingtarief in de tweede en derde schijf van 42% naar 40,40%. Daar komt bij dat de derde schijf is opgerekt waardoor jaarinkomens tussen de 56.000 en 66.400 euro voor het laatste deel van het loon in het 40,40%-tarief vallen, in plaats van het hoogste tarief van 52%. Tenslotte profiteren vooral de jaarinkomens tot 34.500 euro van een hogere arbeidskorting: het maximale bedrag daarvoor stijgt met 883 euro naar 3.103 euro.
Inclusief de stijging van het bruto minimumloon zien minimumloners hun salaris met netto 76 euro stijgen; iemand met een modaal inkomen houdt 69 euro meer over per maand. Een dip in de stijging zit bij lonen van 1,5 keer modaal: die gaan er ‘slechts’ 6 euro op vooruit. Twee keer modaal ziet een netto stijging van 52 euro per maand terug. Voor werknemers met een bruto maandsalaris tussen 4.500 en 5.150 euro en een eigen huis zit er een addertje onder het gras: zij kunnen minder hypotheekrente aftrekken doordat lonen voortaan pas vanaf 66.400 euro bruto per jaar in het toptarief vallen. Ook andere huizenbezitters kunnen minder hypotheekrente aftrekken doordat de belastingtarieven dalen in de tweede en derde schijf.
Nieuwe wijzigingen per april
Door het late akkoord op het belastingplan wijzigen de nettolonen per 1 april opnieuw. Omdat de overheid de systemen niet tijdig kon aanpassen, wordt in de eerste drie maanden gewerkt met het oorspronkelijke tarief van 40,20%. Het tekort aan belasting over de eerste drie maanden wordt in de nieuwe tabellen en rekenregels per 1 april verrekend. Een modaal salaris levert dan weer 4 euro per maand in. Voor diegenen met een salaris van 5.250 euro of meer betekent deze wijziging een achteruitgang van iets meer dan 10 euro netto per maand.
Werkgeverslasten
De werkgeverslasten stijgen in 2016. In het algemeen zijn werkgevers meer kwijt aan premies voor werknemersverzekeringen dan vorig jaar. De premies voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWF) en de WIA-basispremie stijgen. De sectorpremies dalen over vrijwel de gehele linie. De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringwet (ZVW) daalt van 6,95% naar 6,75%. De pensioenpremies dalen ten opzichte van vorig jaar, maar de verschillen hierin zijn marginaal. De genoemde dalingen zijn onvoldoende om de toegenomen lasten teniet te doen, waardoor de meeste werkgevers hogere kosten hebben dan in 2015. Alleen werkgevers in de bouwsector zien hun werkgeverslasten dalen.
Belangrijke wetswijzigingen voor werkgevers in 2016
Naast de veranderingen in werkgeverslasten zijn er in 2016 ook andere zaken waarmee werkgevers rekening moeten houden. Zo is de AOW-leeftijd verhoogd naar 65 jaar en zes maanden en wordt het gemakkelijker om een AOW-gerechtigde in dienst te nemen of te houden. De duur van WW-uitkeringen wordt per 1 januari 2016 ieder kwartaal met een maand teruggebracht. Uiteindelijk komt die duur uit op maximaal 24 maanden.
Onder de nieuwe Wet aanpak schijnconstructies (WAS) moeten werkgevers het minimumloon altijd giraal uitbetalen. Het verbod op inhoudingen, dat een grote invloed heeft op de loonadministratie, is wel uitgesteld tot 1 juli 2016. Werkgevers die hun bijdrage leveren aan de participatiewet kunnen in 2016 een subsidie van 2.000 euro verwachten voor elke werknemer met een arbeidsbeperking.
Geef een reactie