De rechtbank doet geen inhoudelijke uitspraak over de rechtszaak van de Woonbond tegen de Belastingdienst over het onrechtmatig verwerken van inkomensgegevens van huurders. Dat blijkt uit het vonnis dat de rechtbank maandag bekend maakte.
De rechter oordeelde dat de civiele rechtbank geen oordeel moet vellen over het handelen van een bestuursorgaan, en vindt dit iets voor de bestuursrechter.
Vorige week stemde de Eerste Kamer in met de reparatiewet inkomensafhankelijke huurverhoging. Met de aanvaarding van de wet kan de Belastingdienst weer indicaties van het huishoudinkomen verstrekken aan verhuurders die een inkomensafhankelijke huurverhoging willen voorstellen. De Woonbond spande een kort geding aan om de onrechtmatige verwerking van de inkomensgegevens tegen te houden.
Uitspraak van de rechter
De Woonbond vindt het jammer dat de rechter zich niet inhoudelijk over de zaak heeft uitgesproken. ‘In 2014 en 2012 deed de civiele rechtbank wel uitspraken over de inkomensafhankelijke huurverhoging. Zo oordeelde de civiele rechter in 2012 nog dat de Belastingdienst inkomensgegevens ten onrechte had verstrekt, waarna alle gegevens vernietigd moesten worden en de inkomensafhankelijke huurverhoging dat jaar niet doorging.’
Collectieve claim
De bond bereidt intussen een collectieve claim voor om de door huurders te veel betaalde huur terug te vorderen. Volgens de belangenbehartiger van huurders is er in de afgelopen drie jaar naar schatting zo’n 300 miljoen euro te veel betaald aan inkomensafhankelijke huurverhoging, terwijl de wettelijke basis voor de extra huurverhoging ontbrak.
Geef een reactie