De prestatieprikkels in het beloningsbeleid van accountantskantoren dienen de kwaliteit van de wettelijke controles te verbeteren en niet te ondermijnen. Dat schrijft minister Dijsselbloem in de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake de implementatiewet wettelijke controles jaarrekeningen.
Volgens Dijsselbloem is het totaal van maatregelen vanuit de sector zelf, aangevuld met de implementatiewet wettelijke controles jaarrekeningen en het wetsvoorstel aanvullende maatregelen accountantsorganisaties een gedegen pakket om de kwaliteit van de wettelijke controles op een hoger plan te brengen.
Passend beloningsbeleid met voldoende prestatieprikkel
Een van de maatregelen is de verplichting in het nieuwe artikel 18b van de Wet toezicht accountantsorganisaties tot het voeren van een passend beloningsbeleid dat voldoende prestatieprikkels bevat om de kwaliteit van de wettelijke controle te verzekeren. Financiële prikkels vormen op zichzelf geen garantie voor de kwaliteit van wettelijke controles, aldus de minister. Maar hij vindt het wel van groot belang dat perverse prikkels in het beloningsmodel worden vermeden en dat externe accountants het publieke belang van de wettelijke controle centraal stellen en daarmee de kwaliteit van de wettelijke controle blijvend hoog houden. Een passend beloningsbeleid draagt daar aan bij, aldus Dijsselbloem. ‘De prestatieprikkels in het beloningsbeleid dienen de kwaliteit van de wettelijke controles te verbeteren en niet te ondermijnen. Accountantsorganisaties dienen in kaart te brengen op welke wijze hun beloningsbeleid onjuiste prikkels teweeg zou kunnen brengen.’
Geen vaste kwaliteitsmaatstaf
Vanwege het karakter van deze open norm kan niet vooraf al een vaste kwaliteitsmaatstaf worden vastgesteld. Wanneer de AFM dit onderwerp in haar toezicht betrekt zal de toezichthouder de passendheid van het beloningsbeleid van accountantsorganisaties beoordelen en daarbij alle betrokken belangen afwegen, zo schrijft de minister. ‘Waar de AFM vast kan stellen dat het beloningsbeleid niet passend is, kan zij optreden jegens de accountantsorganisatie in kwestie. De AFM zal daarbij gebruik maken van de handhavingsinstrumenten waarover zij beschikt.’
Geen verdere beperkingen
Het is volgens de minister niet de bedoeling dat inkomens in de accountancy door het beloningsbeleid dienen te stijgen. Hoewel accountantsorganisaties een wettelijke c.q. maatschappelijke taak vervullen bij het verrichten van wettelijke controles is geen sprake van financiering met publieke middelen en maken zij geen deel uit van de semipublieke sector, aldus Dijsselbloem. De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector geldt dus niet voor accountantsorganisaties. De initiatieven in de sector zelf en de algemene bepalingen ten aanzien van het beloningsbeleid die uit de richtlijn voortvloeien, zijn op dit moment geen aanleiding voor Dijsselbloem om verdere beperkingen aan te brengen aan de beloningen bij accountantsorganisaties.
Geef een reactie