Een accountant die in zijn ‘prepared by client’-list vraagt of van alle ingehuurde freelancers beschikten over een bepaald document (een VAR WUO verklaring in dit geval), moet ook checken of dat stuk werkelijk bij de aanleverde documenten zit en of de voorgestelde gang van zaken overeenstemt met de praktijk. Dat stelt de Accountantskamer naar aanleiding van een klacht van een softwareontwikkelaar met meerdere bv’s. De AA die in dit opzicht nalatig was geweest, kreeg een waarschuwing. Zaaknummer 17/1437.
Voor een van haar bv’s had de bedrijvengroep een externe kracht ingehuurd, die optrad als directeur, met een bij die functie behorend salaris, en bijna fulltime taken. De Belastingdienst onderzocht de door een van de bv’s ingediende aangiften loonheffing en kwam tot de conclusie dat sprake was van een dienstbetrekking en dat de directeur niet in het bezit was van een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) winst uit onderneming. Het viel de accountant te verwijten dat hij dit niet verifieerde.
Vaste prijs
Klaagsters waren ook nog ontevreden over de facturen en de urenverantwoording, die naar zijn idee ‘misleidend’ dan wel ‘onjuist’ waren. Maar omdat voor bepaalde werkzaamheden (onder meer begeleiding bij de financiële administratie in Exact Online en het doen van diverse aangiften) vaste bedragen overeengekomen waren, verklaarde de tuchtrechter dit deel van de klacht ongegrond. Komt bij, dat de klagers de rekeningen tot dan toe keurig hadden betaald, hetgeen opgevat kon worden als instemming. Pas achteraf zeurden zij over de rekeningen. Bovendien waren ze in een civiele procedure op dit punt al in het ongelijk gesteld.
Geef een reactie