Onenigheid tussen de maten van een accountants- en belastingadvieskantoor over de financiële afwikkeling van de uittreding van één van hen is door een deel van de partijen tot aan het Gerechtshof Amsterdam uitgevochten. Een arbitraal vonnis waarin al in 2016 werd bepaald dat boekhoud-/administratiekantoor KorBusiness uit Bennekom € 69.531,67 moest betalen aan de uittredende vennoot bracht geen oplossing. De tot betaling veroordeelde vennoot legde zich daar namelijk niet bij neer en vorderde bij het Hof vernietiging van het vonnis. Tevergeefs, blijkt uit de vorige maand gepubliceerde uitspraak.
Geschil over uittreding
Tot eind 2013 maakten ook een ander accountantskantoor en een jurist deel uit van de maatschap. Tussen de uittredende vennoot en de overige vennoten ontstond een geschil over de financiële afwikkeling van zijn vertrek. Met twee vennoten trof de uittredende vennoot een minnelijke regeling, maar met Korbusiness werd geen overeenstemming bereikt.
Arbitraal geding
De uittredende vennoot maakte daarop (op grond van een arbitraal beding dat was opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst tussen de vennoten) een arbitraal geding aanhangig tegen Korbusiness. De opdracht aan het scheidsgerecht werd vastgelegd in een nadere overeenkomst tot arbitrage. Het scheidsgerecht wees op 22 december 2016 een schriftelijk eindvonnis, waarin Korbusiness werd veroordeeld tot betaling van € 69.531,67 aan de uittredende vennoot.
Vernietiging vonnis gevorderd
Korbusiness legde zich daar echter niet bij neer en vorderde bij het Gerechtshof Amsterdam de vernietiging van het arbitraal vonnis. Daarbij werd aangevoerd dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht had gehouden en het arbitraal vonnis niet met redenen zou zijn omkleed. Deze gronden steunden op de stellingen ‘dat geen sprake was van een goedgekeurde jaarrekening van de maatschap over 2013, dat de arbiters dit hebben miskend en dat de arbiters door de winst van de maatschap over 2013 op nihil te stellen, in feite de jaarrekening 2013 hebben vastgesteld teneinde een vast gegeven voor hun oordeel te creëren, aldus de grenzen van hun opdracht overschrijdend’. Door hierbij niet de stellingen en nadere stukken van Korbusiness te betrekken is bovendien sprake van een motiveringsgebrek, voerde de Bennekomse vennoot aan.
Buiten opdracht getreden?
Het Hof oordeelt echter dat het scheidsgerecht niet buiten het geschil is getreden dat bij de arbitrageovereenkomst aan arbitrage is onderworpen en evenmin buiten de vorderingen en verweren waarmee partijen hun geschil in de arbitrale procedure nader hebben bepaald.
‘Het was de opdracht van de arbiters om als goede mannen naar billijkheid te oordelen over de financiële afwikkeling van het uittreden van [X] , waarbij partijen verschillende standpunten met betrekking tot de concept jaarrekening 2013 hebben ingenomen. De arbiters hebben de concept-jaarrekening van [naam maatschap] over 2013 in het arbitraal vonnis niet vastgesteld, maar juist grotendeels buiten beschouwing gelaten, omdat partijen hierover te zeer van mening verschilden. Door uit te gaan van de laatst vastgestelde balans per 31 december 2012 hebben de arbiters een werkbare modus gevonden teneinde de financiële afwikkeling van het uittreden van [X] te bepalen. Het scheidsgerecht heeft uitdrukkelijk vastgesteld dat de vorderingen van partijen niet gericht waren op het definitief vaststellen van de jaarrekening over 2013 en dat, als zulks wel het geval zou zijn geweest, de arbitrage een geheel ander karakter zou krijgen dan verzocht, met andere kosten.’
Niet met redenen omkleed?
De tweede vraag die het Hof moest beantwoorden was of het scheidsgerecht dat het arbitraal vonnis heeft gewezen het vonnis niet met redenen heeft omkleed. Ook daarin krijgt Korbusiness geen gelijk:
‘Korbusiness heeft gesteld dat sprake is van een motiveringsgebrek omdat de arbiters de stellingen en nadere stukken van Korbusiness met betrekking tot de voorziening oninbare debiteuren in hun concept jaarrekening 2013 niet hebben meegenomen. Nu de arbiters de door partijen in geding gebrachte concepten voor de jaarrekening 2013 buiten beschouwing hebben gelaten en, gelet op het onder 4.7 overwogene, ook mochten laten, was er geen enkele reden voor de arbiters om in te gaan op de stellingen en nadere stukken van Korbusiness met betrekking tot de voorziening oninbare debiteuren in de concept-jaarrekening van [naam maatschap] over 2013. Het scheidsgerecht heeft daarover ook overwogen dat het bij gebreke van overeenstemming over de in de concepten voor de jaarrekening 2013 voorkomende posten, weinig zinvol was op de door partijen wel besproken en ter discussie staande posten in detail in te gaan. Dat oordeel stond arbiters vrij. Er is derhalve geen sprake van een motiveringsgebrek.’
De stellingen van Korbusiness dat het arbitraal vonnis vernietigbaar is op de grond dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden (ex artikel 1065 lid 1 sub c Rv) en het vonnis niet met redenen is omkleed (ex artikel 1065 lid 1 sub d Rv) werden dan ook verworpen.
Mocht men geïnteresseerd zij in het echte verhaal: de door Korbusiness in de arbitrage ingebrachte stellingen betroffen o.a. een half miljoen aan oninbare debiteuren betreffende klanten van de andere drie maten, het feit dat de uitgetreden maat na uittreding gewoon bleef doorwerken voor klanten ondanks concurrentiebeding, het feit dat de uittredende maat goodwill wilde ontvangen ondanks dat hij zijn portefeuille leeg had laten lopen etc. De arbiters hebben zich er met een Jantje van Leyden vanaf gemaakt, wilden niet eens facturen sturen want was teveel werk, wisten niet eens hoe de btw bij arbitrage in elkaar stak etc. En het Hof heeft de uitspraak 8x uitgesteld om tot een flutuitspraak re komen. Leve de rechtspraak! Advies: neem in een maatschapscontract nooit een arbitragebeding op, maar leg het meteen aan de rechter voor.
Met terzake kundige arbiters ben je veel sneller, beter en goedkoper uit een dergelijke discussie. Rechters zijn geen financieel deskundigen. Daar moet dan weer iemand voor worden ingehuurd. De conclusie van Kor Paap is wel heel kort door de bocht!