In 2019 verdiende 84 procent van alle werkende vrouwen minstens 990 euro netto per maand en was daarmee economisch zelfstandig. Bij werkende mannen was dat 94 procent, heeft het CBS berekend. Zelfstandigen zonder personeel zijn minder vaak dan zelfstandigen met personeel in staat zichzelf financieel te onderhouden, blijkt verder uit het CBS-onderzoek. Vrouwelijke zzp’ers zijn met 61 procent het minst vaak economisch zelfstandig, maar vergeleken met 2011 was de groei bij hen het sterkst.
Afnemend verschil
Onder mannelijke zzp’ers steeg het aandeel economisch zelfstandigen in de periode 2011-2019 minder hard dan onder vrouwelijke. Tijdens deze periode daalde het verschil tussen mannen en vrouwen van 32 tot 24 procentpunt onder de zzp’ers. Ook onder zelfstandigen met personeel (zmp’ers) en onder werknemers was de groei bij mannen minder sterk. Ondanks de inhaalslag van vrouwen blijft het man-vrouwverschil in economische zelfstandigheid bij zzp’ers het grootst.
Mannelijke zelfstandigen in beter betaalde bedrijfstakken
Ook binnen bedrijfstakken zijn er verschillen in economische zelfstandigheid van mannen en vrouwen. Onder de zelfstandigen is het grootste man-vrouwverschil qua economische zelfstandigheid te vinden in de overige dienstverlening (28 procent in 2019). Hiertoe behoren bijvoorbeeld kappers en schoonheidsspecialisten, beroepen met een relatief laag inkomen. Daarna komt de gezondheid- en welzijnszorg, waar vooral het inkomen van mannen met een eigen medische praktijk (medisch specialisten, tandheelkundigen en huisartsen) hoog is. De man-vrouwverschillen zijn relatief klein in de horeca, vervoer en opslag, en de land- en bosbouw. Zo doet bij zelfstandigen met eet- en drinkgelegenheden de economische zelfstandigheid van vrouwen weinig onder voor die van mannen.
Bron: CBS
Geef een reactie