
Het is alweer een tijdje geleden dat ik mijn vorige column schreef. Er zijn natuurlijk duizend smoezen te verzinnen waarom deze nieuwe column niet eerder verscheen, maar op de een of andere manier lukte het even wat minder goed om mijn gedachten op papier te krijgen. Niet dat er helemaal niets te melden was over ons nooit saaie beroep. Ook beloofde ik de redactie van Accountancy Vanmorgen vanuit mijn goede voornemens voor dit jaar om weer wat vaker in de pen te klimmen. Daarom hierbij de eerste column in een nieuwe reeks.
Goed excuus voor het niet schrijven was natuurlijk dat ik mij de laatste paar jaar geconcentreerd heb op alles rondom duurzaamheid. Hoewel ik daarbij in het begin ook weleens dacht opnieuw te hebben gekozen voor de rol van roepende in de woestijn, blijkt nu toch dat het met de timing wel goed zat. Zeker na de aankondiging van de CSRD is de accountancywereld wel wakker geworden. En de tijdlijn is heel erg kort. Veel te kort, als ik collega’s soms hoor. Die doen soms al in enige mate aan wensdenken; ze anticiperen een beetje op uitstel, want ‘…de EU zal het toch wel niet afkrijgen’. Ik denk dat ze daarin teleurgesteld gaan worden, als ik zie met welke gedrevenheid er daar wordt gewerkt aan de nieuwe regelgeving.
De andere grote uitdaging van dit moment is de arbeidsmarkt. Ik ben bang dat die uitdaging de komende jaren niet kleiner wordt. Het probleem manifesteert zich ook op meerdere plekken. Er stromen namelijk niet alleen veel mensen uit de accountancy uit naar het bedrijfsleven, maar de aanwas van nieuwe studenten accountancy neemt ook af. Het is daarom belangrijk dat we het beroep aantrekkelijk en relevant houden – en dat omvat veel meer dan alleen een goed salaris. Gelukkig is er ook ruimte voor positief nieuws. Zo mocht ik eerder dit jaar jurylid zijn voor de grote scholieren- (havo en vwo) en studentenchallenge die de NBA organiseert en ik was erg onder de indruk van de pitches. Er is dus hoop voor het beroep, maar we moeten de toekomstige generaties hier dan wel echt warm voor zien te krijgen, zien te boeien. Persoonlijk ben ik van mening dat dit ook de taak is van iedere accountant: wees ambassadeur voor ons beroep.
In dat kader wil ik hier toch ook wel een beetje reclame maken voor de (inmiddels een groep van) jonge accountants, die iedere dinsdagavond met heel veel liefde op clubhouse een praatprogramma maken over ons mooie beroep. Zeer serieuze gesprekken over onder andere vaktechniek, de uitdagingen van het accountantsberoep en nog veel meer onderwerpen. Eigenlijk zou het als verplicht onderdeel in uw portfolio moeten staan. En al luisteren al relatief veel mensen hier op dit moment naar, het mogen er altijd nog meer zijn.
Tot slot dan toch ook nog even ICT; daar zal ik uiteraard in de komende columns nog veel meer aandacht aan besteden. Dankzij slimme en goede ICT zijn we de coronaperiode met ons allen best goed doorgekomen. Ik kan het mij haast niet voorstellen hoe we dat hadden moeten doen zonder internettechnologie. Maar ICT staat, denk ik, voor de volgende grote uitdaging: ons helpen met het tekort aan handjes. Niet alleen in de accountancy, maar in vele sectoren, waaronder ook de ICT-industrie zelf. Nog steeds doen we met elkaar te veel routinematige werkzaamheden, die naar mijn mening weggeautomatiseerd kunnen worden. Daar moet de ICT-industrie nu echt op inzetten en haar beloftes waarmaken.
Kortom, er is weer een hoop te bespreken. De komende tijd zal ik u dan ook weer graag lastigvallen met mijn gedachtespinsels.
Fou-Khan Tsang RA, voorzitter Raad van Bestuur Alfa Accountants en Adviseurs. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Welcome back, Fou-Khan. Lees je stukken graag!