Het CBS mat in mei een inflatie van 8,8 procent. Dat is lager dan de 9,6 procent in april, maar nog steeds erg hoog. Opnieuw zijn stijgende energie- en brandstofprijzen de grootste boosdoeners.
Brandstof en voedsel
De hoge inflatie wordt vooral veroorzaakt door stijgende brandstofprijzen. In mei was benzine 23,8 procent duurder dan een jaar eerder. Aan de pomp kostte een liter benzine in mei 2,19 euro, in april was dat 2,09 euro. In april was de benzineprijs nog met circa 20 procent gedaald ten opzichte van de maand daarvoor, als gevolg van de accijnsverlaging op motorbrandstoffen.
Energie
In mei was energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming) 105 procent duurder dan in mei 2021. Hier is een daling te zien: in april was de stijging op jaarbasis nog 136 procent. Deze daling is er de oorzaak van dat de inflatie afneemt. Na kritiek van onder meer economen van ABN Amro over de meetmethode laat het CBS weten onderzoek te doen naar het meten van energieprijzen bij het vaststellen van het inflatiecijfer.
Voeding
Ook voor voeding moest meer worden betaald. Voedingsmiddelen waren in mei 9,1 procent duurder dan een jaar eerder, in april was dat 8,5 procent. De prijsontwikkeling van vlees droeg hieraan het meeste bij. Vlees was in mei 13,9 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar, in april was dat 10,5 procent. Ook suiker en zoetwaren, oliën en vetten en kaas- en kwarkproducten werden duurder.
Geef een reactie