
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft zich onlangs gebogen over een flink opgelopen geschil tussen twee accountantskantoren, nadat een fusie mislukte. Een in het vonnis geanonimiseerd kantoor en Ontdekkracht Accountants & Adviseurs besloten vooruitlopend op de beoogde fusie alvast samengevoegd vanuit Goirle te gaan werken. De fusie kwam echter niet tot stand en de kantoren besloten weer op te splitsen, maar konden het vervolgens niet eens worden over de ontvlechting. Bij de rechtbank kwamen beide accountantskantoren over en weer met vorderingen. De meesten daarvan worden afgewezen, maar Ontdekkracht moet de accountant van het andere kantoor nog wel € 12.100,- aan managementvergoeding betalen.
Fusieplannen
Medio 2017 gingen de partijen met elkaar in gesprek over een samenwerking. Het plan was dat het anonieme accountantskantoor en Ontdekkracht zouden gaan fuseren en dat zij gezamenlijk het bedrijfspand en de goodwill van een derde accountantskantoor zouden kopen, een maatschap.
In het kader van de toekomstige samenwerking werd al samen een nieuwe besloten vennootschap opgericht, die de aandelen in de accountantskantoren zou gaan houden. De inbreng van de aandelen heeft echter nooit plaatsgevonden.
Samenwerking
Wel werden alvast gezamenlijke activiteiten ontwikkeld. Zo waren het anonieme kantoor en Ontdekkracht vanaf 1 januari 2018 op hetzelfde adres gevestigd. Met ingang van 1 januari 2018 zijn het anonieme kantoor en Ontdekkracht alle non-assurance klanten van beiden gaan bedienen vanuit Ontdekkracht. De assurance klanten werden vanuit het anonieme kantoor bediend vanwege de WTA-vergunning. Voor alle werkzaamheden maakte de accountant met het anonieme kantoor gebruik van de faciliteiten en het personeel van Ontdekkracht. De facturatie van zijn non-assurance klanten verliep vanaf 1 januari 2018 via Ontdekkracht. Voor zijn werkzaamheden in Ontdekkracht kreeg hij maandelijks een managementvergoeding van € 10.000,= exclusief BTW.
Samenwerking beëindigd
Op 9 december 2019 gaf de accountant van het anonieme kantoor aan dat hij niet langer wilde samenwerken en stelde hij voor de samenwerking per 1 januari 2020 te beëindigen. In het vonnis wordt verder niet ingegaan op de achtergrond van die beslissing. Tussen partijen werd daarna gecorrespondeerd over de wijze van beëindiging van de samenwerking, maar daarover is geen overeenstemming bereikt.
Managementvergoeding
Bij de rechtbank voerde de accountant van het anonieme kantoor onder meer aan dat hij over de maand september 2019 geen managementvergoeding had ontvangen. Ontdekkracht stelde dat die betaling wel degelijk is voldaan.
De rechtbank overweegt dat op grond van de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) op Ontdekkracht c.s. de plicht rust om haar stelling met concrete feiten en omstandigheden te onderbouwen en zo nodig te bewijzen. Ontdekkracht c.s. beroept zich immers op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten, namelijk het tenietgaan van haar verbintenis tot betaling. Ontdekkracht c.s. stelt weliswaar dat zij de wederpartij niets meer verschuldigd is omdat zij alles heeft betaald, maar Ontdekkracht c.s. heeft deze stelling onvoldoende geconcretiseerd. De enkele verwijzing naar de jaarrekening van Ontdekkracht waarin het totaal aan betaalde managementvergoedingen is opgenomen, is daartoe onvoldoende. Hieruit blijkt slechts dat Ontdekkracht deze kosten in haar administratie heeft verwerkt maar hieruit kan niet volgen dat het bedrag ook daadwerkelijk aan de wederpartij is betaald. De vordering tot betaling van € 12.100,= ligt daarom voor toewijzing gereed.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep van Ontdekkracht c.s. op opschorting niet kan slagen. De tegenprestatie van de managementvergoeding is al verricht. Daarnaast vloeien de door Ontdekkracht c.s. genoemde prestaties niet voort uit dezelfde overeenkomst.
Goodwill
Alle overige vorderingen over en weer wijst de rechtbank in de bodemzaak af, voornamelijk vanwege onvoldoende onderbouwing van de vorderingen.
Ontdekkracht c.s. voert onder meer nog aan dat het anonieme accountantskantoor goodwill verschuldigd is aan Ontdekkracht over de portefeuille van de maatschap. Zij verwijst daarbij naar de koopovereenkomst tussen de maatschap en Ontdekkracht. Ontdekkracht heeft het klantenbestand van de maatschap gekocht en stelt zich primair op het standpunt dat het anonieme accountantskantoor deze overeenkomst dient na te komen.
De rechtbank overweegt als volgt. Vast staat dat Ontdekkracht de goodwill heeft aangekocht van de maatschap en dat deze klanten vanaf dat moment ook vanuit Ontdekkracht werden bediend. Zoals hiervoor al meermaals aan de orde is gekomen hebben Ontdekkracht en het anonieme accountantskantoor samengewerkt maar is het anonieme accountantskantoor nimmer in formele zin eigenaar, aandeelhouder of bestuurder van Ontdekkracht geworden. Na de ontvlechting is de goodwill van de maatschap in Ontdekkracht gebleven. De rechtbank kan Ontdekkracht c.s. niet volgen in haar stelling dat het anonieme accountantskantoor gehouden zou zijn de koopovereenkomst die tussen Ontdekkracht en de maatschap is gesloten met betrekking tot de goodwill, na te komen.
Onbetwist staat vast dat een aantal klanten van Ontdekkracht, die door Ontdekkracht waren overgenomen van de maatschap, na de ontvlechting naar het anonieme accountantskantoor zijn gegaan. Ontdekkracht en het anonieme accountantskantoor hebben geen afspraken gemaakt over het bedienen van wederzijdse relaties na de ontvlechting. Dat in het kader van de ontvlechting en het bereiken van een minnelijke regeling wel over betaling voor klanten die overstapten is gesproken maakt niet dat het anonieme accountantskantoor daarmee heeft erkend een dergelijke vergoeding verschuldigd te zijn. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een onrechtmatige daad van het anonieme accountantskantoor jegens Ontdekkracht. Het enkele feit dat het anonieme accountantskantoor cliënten is gaan bedienen die voor de ontvlechting bij Ontdekkracht klant waren is daartoe onvoldoende. Klanten hebben immers een vrije keuze om een accountant te kiezen. Uit de door het anonieme accountantskantoor overgelegde e-mails blijkt dat het anonieme accountantskantoor na de ontvlechting de cliënten van Ontdekkracht (waaronder de voormalig cliënten van de maatschap) heeft geïnformeerd over de situatie. Uit deze e-mail blijkt niet dat het anonieme accountantskantoor de cliënten actief heeft benaderd om klant bij dat kantoor te worden. Integendeel, de accountant geeft juist aan dat Ontdekkracht de werkzaamheden verder zal oppakken en dat hij daar geen rol in kan spelen. Door Ontdekkracht c.s. is niet nader onderbouwd op basis waarvan sprake zou zijn van onrechtmatig handelen door het anonieme accountantskantoor. De rechtbank is daarom van oordeel dat niet is komen vast te staan dat het anonieme accountantskantoor onrechtmatig heeft gehandeld jegens Ontdekkracht zodat de vordering moet worden afgewezen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ECLI:NL:RBZWB:2022:6129
Geef een reactie