
De invoering van de OOB-status voor woningcorporaties met meer dan 5.000 woningen in 2020 heeft niet tot verdere noemenswaardige verbetering geleid, maar wel tot extra kosten. Dat blijkt volgens de Nederlandse woningcorporaties en hun vereniging van toezichthouders uit onderzoek. Aedes (de vereniging voor woningcorporaties in Nederland) en de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) pleiten daarom voor afschaffing van de OOB-status, of anders een ondergrens van 35.000 woningen.
Ruim 140 corporaties hebben sinds 2020 de OOB-status. Aedes en VTW hebben laten onderzoeken of de strengere regels de kwaliteit van de controle (extern en intern) heeft verbeterd. Ook lieten zij bekijken wat de OOB-status voor gevolgen heeft voor de kosten en inzet van personeel van corporaties.
Accountants: controle niet verbeterd
Volgens accountants heeft de extra controle door een onafhankelijke kwaliteitsbeoordelaar geen zichtbaar effect gehad op de kwaliteit van de controle, meldt Aedes. De corporaties hebben hun interne beheersing verder geprofessionaliseerd, maar dat komt voornamelijk door de invoering van de Woningwet in 2015. Bijna alle accountants pleiten ervoor om alleen corporaties met een erg grote leningenportefeuille (systeem-corporaties) de OOB-status te verlenen.
Kosten gestegen en accountants moeilijker te vinden
Als gevolg van de OOB-status zijn de accountantskosten significant gestegen, blijkt uit het onderzoek. Voor de ruim 140 corporaties gezamenlijk bedraagt die stijging ongeveer € 2,5 miljoen per jaar, gemiddeld zo’n € 17.500 per corporatie. Een andere zorg van corporaties is dat ze op termijn geen accountant met een OOB-vergunning meer kunnen vinden. Nu al krijgt Aedes signalen dat slechts enkele accountantskantoren zich inschrijven voor offertes.
Rapport: Wat heeft de OOB-status de woningcorporaties gebracht?
Geef een reactie