
Recent zijn enkele grotere accountantskantoren (deels) overgenomen door investeringsmaatschappijen. Is dit goed nieuws voor (de toekomst van) het vak? Ik heb wel wat vragen bij deze ontwikkeling.
De Jong & Laan gebruikt het argument dat een externe financiële impuls nodig is voor een verdieping en verbreding van het dienstenaanbod en voor de realisatie van verdere groei. Als de middelen bij zo’n kantoor niet aanwezig zijn, bij welk kantoor dan wel? De vraag is eerder waar ze de nu aanwezige middelen aan besteden. En of ze deze efficiënt besteden als dit werkelijk de reden is! De accountancybranche staat immers niet bekend om zijn lage marges.
Wat je verwacht is dat een investeringsmaatschappij logischerwijs veel doelgerichter te werk gaat met overnames. Dat is immers hun doel. Ze investeren vast niet in De Jong & Laan om zich eens goed te verdiepen in de kwaliteit, om daar plezier aan te beleven. Het primaire doel is waarde creëren: initiële overname, groei realiseren en vervolgens na 3-7 jaar weer uitstappen met bijvoorbeeld een verdubbeling van waarde. Daarbij zal instemming van de (voormalig) partners, verwacht ik, in mindere mate nodig zijn. Wat de besluitvorming ten goede komt.
Aan de andere kant heb ik eerder de vraag gesteld waarom een accountantskantoor niet hetzelfde is als een willekeurige andere onderneming qua eigendomsstructuur. In dit kader past dan ook de vraag: waarom geen investeringsmaatschappij als aandeelhouder? Het aandachtspunt zit met name bij de vraag welke partij de aandelen straks gaat overnemen als de investeringsmaatschappij wil uitstappen na realisatie van de waardecreatie. Ik maak me minder zorgen om de kwaliteit, die zal wel worden geborgd. Daarin hebben we immers geen keuze.
Ook bedrijfseconomisch zou het buitengewoon onverstandig zijn om te gaan beknibbelen op de kwaliteit. Ik verwacht dan ook niet dat dat gaat gebeuren. Een investeringsmaatschappij moet daar strak aan vasthouden, natuurlijk wel zo efficiënt mogelijk en tegen de juiste prijs. Afgetoetst worden op de kwaliteit is niet goed voor de gewenste waardecreatie.
Een van de voordelen om je aan te sluiten bij een grotere club is het realiseren van kostenvoordeel. Je creëert daarbij waarde door je kosten te verlagen en (dus) je rendement te verhogen. Dit is ook een van de quick wins die BHB Dullemond noemt in haar sectorvisie, waarin ze ingaan op de komst van PE-partijen in de accountancybranche.
Waar ik mij verder in kan vinden is om de voorkeur te geven aan een alternatief model boven het klassieke partnermodel. Met de komst van Waterland zou De Jong & Laan een modern en vernieuwend perspectief bieden aan de (toekomstige) partners, aldus algemeen directeur van De Jong & Laan, Marco Lokhorst. Ik ben benieuwd hoe dit model eruit gaat zien en wat dit doet met degenen die bij de organisatie van plan waren ‘traditioneel partner’ te gaan worden. Investeringsmaatschappijen werken vaak met het STAK-model, zoals wij dat bij Vallei Accountants ook hebben.
Zoals men het verhaal van Brouwers in combinatie met PIA presenteert, vind ik dat persoonlijk logischer. Die manier heeft ook wel wat weg van de ETL-methode. Namelijk: kopen, doorgaan onder eigen naam en voornamelijk gebruikmaken van de centrale ondersteunende diensten. Ook hier is de vraag: wie gaat straks het aandeel van PIA overnemen? Of zitten zij hier voor de lange termijn in? PIA/Brouwers geeft aan het doel te hebben de beste (financial) professional serviceverlener te zijn voor het MKB (+). Ook daar kan ik mij wel in vinden, als Vallei Accountants streven wij daar ook naar, evenals ongetwijfeld een heel aantal andere kantoren. Met streven naar het maximaal haalbare is ook niets mis. Het heeft ook wat minder zin om de keizer van de middenmoot te willen zijn.
Kortom: nog veel vragen, waar de antwoorden nog wel even op zich laten wachten. Ik ben benieuwd of de collega’s in de accountancy de wisseling in eigendomsstructuren een goed idee vinden en wat hier nog meer bij komt kijken!
Marfred de Leeuw is eigenaar van Vallei Accountants. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Mooie column Marfred, waarin je ook duidelijk laat zien hoeveel vragen er nog zijn. Het bijzondere is dat we al snel gaan redeneren in de trant van ‘wat als alle accountantskantoren worden overgenomen door PE’. Die vraag stellen we andere sectoren niet zo snel. Het is eigenlijk het caliber vraag van ‘is een grote onderneming beter dan een kleine’. Het antwoord daarop is (volgens mij) dat er geen ‘beter’ is. Groot en klein moeten er allebei zijn. Dat houdt de markt, vernieuwing, potentie etc in evenwicht. Zo ook met PE in de accountancy. Er is geen ‘beter’, maar weer een nieuwe dynamiek die de sector ongetwijfeld weer nieuwe impulsen geeft. Deels goed en deels misschien ook wel niet. Maar ja, dat is met andere woorden ook wel ongeveer wat jij erover zegt toch 😏?
Klopt en eens. Het boeiende is wat “groeien om te groeien” ten behoeve van de gewenste waardecreatie en daaropvolgende exit gaat bewerkstelligen. We gaan het meemaken.
Toen ik mijn eigen accountants-bv oprichtte in 1975 was de eis van het NIVRA dat alle oprichters registeraccountant moesten zijn. Eigendom van buitenstaanders was taboe.
Ook moesten de bestuursleden allemaal in het Register
Anno 2023 zien we buitenstaanders in het bestuur en bij de eigearen . Het argument dat PE beter kan investeren is een drogreden, er zijn genoeg banken die een gezond RA kantoor van financiering willen voorzien.
De maatschappelijke meerwaarde is afwezig bij het streven van PE om in korte tijd een waardevermeering van de kantoren te bereiken bij het opnieuw op de markt brengen
Willen accountants als vee verhandeld worden ?
Iedere organisatie moet kiezen voor de wijze die het beste bij de organisatie past. Het speelveld (wetten, regels, toezicht etc.) voor alle niet-OOB kantoren met AFM vergunning is gelijk dus de kwaliteit moet wel gewaarborgd zijn.
Zelf voel ik me heel comfortabel bij de keuze die wij hebben gemaakt om een deel van de mensen die bij ons werken de mogelijkheid te bieden om te participeren in ons kantoor. Maar dat wil niet zeggen dat andere keuzes niet goed zijn.
Je kunt wel concluderen dat “opvolging” nu en in de toekomst een groter issue is dan het in het verleden is geweest vandaar de verschillende nieuwe varianten.
De “markt” (de arbeidsmarkt voor de medewerkers en aan de andere kant de keuzes die de klanten maken voor een bepaald accountantskantoor) zal in de komende jaren bepalen welke keuzes goed of minder goed uitpakken.
Ik ben heel benieuwd en we gaan het meemaken.