
Voor wie komt voor de vogels is er altijd wel wat te zien. Een informatiebord vermeldt dat er wel 250 soorten in de achterliggende jaren zijn gesignaleerd! Ik zit daar nog lang niet aan, dus als het alleen zou gaan om het spotten van vogelsoorten die je eerder niet gezien hebt, kun je er je lol wel op. Maar ook de ervaren vogelaars komen er graag, om bijvoorbeeld nog weer betere foto’s te maken. Op dit laatste punt blijf ik even hangen.
Ik kwam op de genoemde locatie aan het eind van de middag, had al mooi wat plaatjes geschoten, en stond op het punt om naar huis te gaan. Tot ik een mooi vogeltje boven op een struiktakje zag zitten. Ik dacht dat het een Roodborsttapuit was, een vogeltje waar ik al heel veel mooie foto’s van heb. Toch zijn die beestjes intrigerend om één of andere reden. Omdat ie er zo mooi voor zat, heb ik hem toch maar op de gevoelige plaat vastgelegd. Het was (en is) ook een mooie foto.
Normaliter kijk ik thuis altijd even of er nog bijzondere foto’s tussen zitten en kijk ik met de app Obsidentify wat het voor vogel is. Mijn verwachtingspatroon was nogal beperkt, zoals eerder gezegd verwachtte ik een Roodborsttapuit. Maar wat schetst mijn verbazing: de app komt aanzetten met een Paapje. En wel 100% zeker (als de foto onscherp is of om andere redenen kan de uitslag wel eens met minder zekerheid worden weergegeven). Nu weet ik dat de app niet altijd betrouwbaar is, en er ook weleens (flink) naast zit. Dus voerde ik een extra check uit, en vergeleek mijn foto met de afbeelding van een Paapje in een erkende vogelgids. En warempel, met enorme gelijkenis. Dan ben je toch even in je schik.
Maar er gebeurde nog iets bijzonders in mijn hersenpan. Ik realiseerde me opeens dat de dag ervoor de Paus was overleden. Dat kon geen toeval zijn, dacht ik: de ene Paus gaat, de andere Paus komt. Ik bedoel dit oprecht niet oneerbiedig of respectloos naar Rooms-Katholieke gelovigen [1].
Mijn afdronk van het voorval met het Paapje was dat er verschil bestaat tussen correlatie en causaliteit. Mijn eerste ingeving was dat er een causaal verband bestond tussen het overlijden van de Paus en mijn eerste kennismaking met het Paapje. Bij nader inzien is het voor mij niet meer dan correlatie. Twee gebeurtenissen die los van elkaar staan maar wel min of meer tegelijkertijd plaatsvonden.
In de accountancy is het ook zeer relevant om verschil te maken tussen correlatie en causaliteit. De technische mogelijkheden voor het uitvoeren van geavanceerde data-analyses (veelal met aanvullende detailcontroles) zijn sterk toegenomen. En een aantal tools voor dergelijke analyse is ook gebaseerd op correlaties. Daar is helemaal niets mis mee, zo lang je je als accountant maar realiseert dat correlatie niet automatisch betekent dat er dan geen uitzoekwerk meer aan vast zit, of alleen sprake is van uitzoekwerk als de correlatie beneden een bepaald niveau komt.
In de accountancy kan ook sprake zijn van oorzakelijke verbanden. Daarbij kunnen we denken aan Verbandscontroles, zoals die van de geld-goederenbeweging, waarbij sprake is van verwachte verbanden tussen voorraadposities, inkopen, verkopen, en verstorende factoren (binnen een bepaalde marge). Dit voorbeeld spreekt nogal voor zich.
Waar het minder duidelijk is of sprake is van correlatie of causaliteit, maar evengoed wel zeer relevant om dat te onderzoeken, is als het gaat om de analyse van kenmerken van een onderneming, van personen werkzaam bij die onderneming, en van andere factoren die op die onderneming en de jaarcijfers invloed hebben. Ik heb het dan over risico-identificatie en risico-inschatting. De accountant maakt in de planningsfase een foto van het bedrijf, cq hopelijk een geheel van foto’s en probeert op die manier een kloppend plaatje te schetsen, uitmondend in risicofactoren en jaarrekeningrisico’s.
Waarom noem ik dit specifiek als voorbeeld? Het komen tot een goede risico-inschatting is de kern van het accountantswerk, maar dit is doorgaans een best ingewikkelde klus. Het gaat er om een veelheid van factoren (halve en hele signalen) goed op het netvlies te krijgen, en met name ook de relaties tussen die factoren scherp te krijgen. Praktisch: bij aanvang van de controle heeft de accountant een bepaalde inschatting gemaakt van de integriteit van kernfunctionarissen bij de klant. Als die inschatting positief is, bestaat het risico dat signalen die met deze initiële inschatting strijdig zijn, niet adequaat in de overwegingen wordt betrokken (bijvoorbeeld vanwege de zogenaamde confirmation bias, waarbij de accountant vooral genegen is om die informatie die bevestigend is ten opzichte van het eerdere kennisbeeld in de overwegingen te betrekken). Dat is ook de reden dat ik het woord foto in meervoud gebruikte. De accountant is gedurende het gehele jaar niet dagelijks aanwezig op locatie van de klant (eerder meer dagen niet dan wel aanwezig gedurende het jaar). Op de dagen dat het team wel aanwezig is, is het zaak om steeds nieuwe foto’s te maken, en te bezien of het eerder onderkende risicoprofiel nog steeds actueel is of niet (met andere woorden: is het causale risicomodel nog steeds actueel, of kloppen eerdere verbanden niet meer?).
Een ander voorbeeld (naast de iteratieve risicoanalyse) is de verplichting van continue monitoring die wordt genoemd in Wwft artikel 3 lid 2d: “een voortdurende controle op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van deze relatie verrichte transacties uit te oefenen, teneinde te verzekeren dat deze overeenkomen met de kennis die de instelling heeft van de cliënt en diens risicoprofiel, met zo nodig een onderzoek naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden”. Dit houdt ook het doen van observaties in, alsmede het (waar nodig) actualiseren van de risico-inschattingen.
Een gerelateerd voorbeeld is wanneer een accountant een fout in de jaarrekening op het spoor komt. Dan schrijft Controlestandaard 450 voor om een oorzakenanalyse te doen om te bezien of de gevonden fout nadere informatie geeft over de validiteit van de eerdere risico-inschatting. Dat is niet zo’n probleem als voor die fout eerder ook een risico was onderkend, maar wel als eerder geen risico terzake werd onderkend. In het laatste geval betekent dit een herziening van de risico-identificatie, en het plannen en uitvoeren van aanvullende werkzaamheden.
Samenvattend is mijn boodschap: denk bij controle-opdrachten nog eens terug aan het Paapje en betrek meer en bewust het onderwerp correlatie en causaliteit in de afwegingen en de besprekingen die je met de klant en het team voert!
Gelukkig kunnen we een paar weken later zeggen: Habemus Papam, we hebben een nieuwe Paus. Het Paapje heb ik nadien overigens nog eens gezien, ook bleek ik niet de enige ‘spotter’ ervan te zijn geweest.
Prof. dr. Niels van Nieuw Amerongen RA is medeoprichter en partner bij V&A (consulting & training) en Kreston Netherlands professor MKB Accountancy bij Nyenrode Business Universiteit.
[1] Iets met een gelijke strekking vond ook eens plaats tijdens een Volvo Ocean Race. Eén van de Nederlandse zeilers was overboord geslagen, en liet het leven op zee. Het zeilteam vervolgde de wedstrijd volgens professioneel protocol dat aangaf hoe in dergelijke situaties gehandeld moest worden. Kort na het verdrietige gebeuren zag de resterende bemanning een witte duif neerdalen die ging zitten op de rand van de boot (midden op de woelige zee). Was het een geestverschijning, een spirituele ervaring. Geen idee. Ik heb er geen mening over.
Geef een reactie